Voorlopgie bewindvoerder van mijn vader raadpleegt ons niet

[Janke]

Beste,Toestand: Mijn moeder is overleden; mijn vader heeft Alzheimer en bevindt zich in een verzorgingsinstelling; daarnaast zijn er mijn broer en ik; er is ons ouderlijk huis dat bij de opname van mijn vader leeg kwam te staan; mijn broer en ik zijn dus voor de helft eigenaar van het huis; ik, de jongste zoon heb mij ingezet om het huis zo veel als mogelijk net te houden; tijdens de winter heb ik nagelaten het ouderlijke huis te bezoeken, de voorlopig bewindvoerder van mijn vader liet voor het eerst van zich horen in de maand juli.Ik ben vandaag naar mijn ouderlijk huis gegaan. Bleek dat er mensen aan het werk waren en het huis aan het verbouwen waren; bleek dat het grootste deel van de inboedel verwijderd was; bleek dat de bewindvoerder het huis wou te huur zetten.Vraag: kan de voorlopig bewindvoerder dit zonder ons te raadplegen laat staan onze toestemming?

[j.demoor]

Ik ga ervan uit dat uw ouders gehuwd waren onder het wettelijk stelsel,zonder huwelijkscontract en zonder testament en dat hun hele vermogen gemeenschappelijk was.

In dat geval geldt : “Art.745bis.§ 1.Wanneer de overledene afstammelingen, geadopteerde kinderen of afstammelingen van deze achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap...”(Burgerlijk Wetboek=B.W.),onverminderd zijn helft van het huis die vader in volle eigendom behoudt.
Dit vruchtgebruik omvat het levenslang recht op verhuring.

“Art.488bis,f)...§ 4. De woning van de beschermde persoon en het huisraad waarmeer deze woning gestoffeerd is, moeten zo lang mogelijk te zijner beschikking blijven. Als het, in het bijzonder bij langdurige opneming of verblijf, noodzakelijk wordt of in het belang is van de beschermde persoon dat over de rechten in verband daarmee wordt BESCHIKT, moet daartoe de machtiging bedoeld in § 3 verleend worden door de vrederechter...Souvenirs en andere persoonlijke voorwerpen worden niet vervreemd, tenzij dit strikt noodzakelijk is, en moeten door toedoen van de voorlopige bewindvoerder ter beschikking gehouden worden van de beschermde persoon...”(B.W.).