#6 , 27 nov 2006 20:21
Voor het bepalen hoe lang er alimentatie moet worden betaald voor kinderen gelden niet alleen de bepalingen van de overeenkomst die n.a.v. de echtscheiding door onderlinge toestemming door de ouders zijn overeengekomen maar uiteraard ook de wettelijke bepalingen en de belangen van het kind.
Het eenvoudig meerderjarig worden van het kind doet de onderhoudsplicht van de ouders niet stoppen. Het criterium is of de jongere in staat is of in staat moet zijn om in zijn of haar eigen onderhoud te voorzien. Dat kan uiteraard nog niet wanneer de jongere na 18 jaar te zijn geworden, zijn studies be?indigt maar nog niet over een volwaardig inkomen beschikt. Bijvoorbeeld in de wachttijd op werkloosheidsuitkeringen blijft de onderhoudsplicht verder lopen omdat het kind uiteraard onderhoudsbehoeftig blijft, ook al staat in de akte van echtscheiding door onderlinge toestemming uitdrukkelijk vermeld dat de onderhoudsplicht eindigt de eerste maand waarin het kind meerderjarig wordt en de studies zijn stopgezet.
Wanneer het kind huwt vervalt uiteraard de onderhoudsplicht van de ouders, ook al zou het kind nog niet over een volwaardig inkomen beschikken. Vanaf het huwelijk primeert immers de onderhoudsverplichting tussen de echtgenoten.
De vraag wat precies een volwaardig inkomen is, zal door de rechtbanken individueel geval per geval moeten worden beoordeeld indien er tussen de ouders geen akkoord tot stand komt.
Een werkloosheidsvergoeding dient normalerwijze te worden beschouwd als een volwaardig inkomen vermits het kind vanaf het ontvangen van een dergelijke vergoeding, alleszins beschikbaar is op de arbeidsmarkt. Voor andere personen wordt een werkloosheidsuitkering toch ook als een volwaardig inkomen beschouwd, hoewel dit in de praktijk ook niet altijd het geval is.
De stopzetting van de alimentatie moet niet altijd officieel worden aangevraagd bij een gerechtelijke instantie wanneer partijen ter zake een akkoord kunnen bereiken en ook bereid zijn dit op papier te zetten. Wanneer de stopzetting door de onderhoudsgerechtigde zou worden betwist, moet de be?indiging van betaling worden gevorderd voor de vrederechter die bevoegd is voor dergelijke geschillen. Intussen, terwijl de procedure bezig is, dient het onderhoudsgeld uiteraard verder te worden betaald. Indien de vrederechter dan het onderhoudsgeld met terugwerkende kracht zou afschaffen, moet het onverschuldigde betaalde bedrag uiteraard door de onderhoudsgerechtigde worden terugbetaald. Beroep tegen het vonnis van de vrederechter is mogelijk bij de rechtbank van eerste aanleg.