hoe verloopt een machtiging van de vrederechter voor het vervreemden van goederen van de minderjarige door de ouders in de praktijk?
Geachte,
Uw probleem wordt behelst door artikel 378 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1186 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek. Dit betekent concreet het volgende.
De machtiging moet aan de vrederechter gevraagd worden via een verzoekschrift dat door de ouders of hun advocaat ondertekend is. Bevoegd is in principe de vrederechter van de woonplaats in Belgi? van de minderjarige (maar de wet voorziet heel wat bijzondere situaties).
Mocht het zo zijn dat de zaak slechts door ??n van de ouders bij de vrederechter aanhangig wordt gemaakt, dan wordt de andere ouder gehoord of ten minste bij gerechtsbrief opgeroepen (en daardoor wordt hij partij in het geding).
Vervolgens beslist de vrederechter over de gevraagde machtiging. Verleent hij deze, en gaat het om onroerende goederen, dan worden die in principe openbaar verkocht. Als U een bijkomende machtiging van de vrederechter bekomt, is een verkoop uit de hand mogelijk (maar dat zal enkel het geval zijn indien de onderhandse verkoop het belang van de minderjarige zou dienen). Roerende goederen verkoopt men steeds uit de hand.
Wil U zelf een goed van Uw kind kopen, dan gaat men ervan uit dat er een belangentegenstelling bestaat tussen ouders en kind en zal de vrederechter vooraf (en desnoods op eigen initiatief) een voogd ad hoc aanwijzen die de belangen van Uw kind moet behartigen. In geval van belangentegenstelling tussen de beide ouders, of wanneer ??n van hen niet komt opdagen, kan de vrederechter ??n van de ouders machtiging verlenen om alleen de handeling te verrichten waarvoor om de machtiging wordt verzocht.
Mijns inziens zijn de artikelen 410 B.W. en 1232 e.v. Ger.W. hier niet van toepassing omdat er helemaal geen voogdij is. Het betreft enkel een verzoek om machtiging door de ouders zelf (dat leid ik toch af uit de vraag). Omdat er geen voogd tussenkomt, valt deze problematiek onder de bepalingen inzake het ouderlijk gezag, zoals hierboven uiteengezet.
Groeten, Bjorn.
[b]"[i]Cedant arma togae, concedat laurea linguae[/i]", Marcus Tullius CICERO, De Officiis 1, 22, 77.
"[i]Inter utrumque tene[/i]", Publius Ovidius NASO, Metamorphoses 2, 140.[/b]