#4 , 21 apr 2020 12:23
U doelt blijkbaar op art. 458 van het strafwetboek. Dit artikel handelt over beroepsgeheim. Dit geldt m.i. voor mensen die kennis hebben of krijgen van privaatgevoelige gegevens in hun hoedanigheid of beroep/functie.
Je moet een duidelijk onderscheid maken tussen vertrouwenspersoon in een bedrijf, de persoon waar het personeel beroep kan doen na problemen en een vertrouwenspersoon voor een te beschermen persoon in het kader van de bewindvoering. Voor een vertrouwenspersoon aangesteld in een bedrijf geldt het beroepsgeheim.
Voor een vertrouwenspersoon in het kader van bescherming kwetsbare personen gelden de regels zoals opgelegd door de vrederechter. De wet voorziet uitdrukkelijk dat een vertrouwenspersoon tegenover de beschermde persoon enkel aansprakelijk is voor "bedrog en zware schuld (art. 501/2,lid 4 BW).
Voor de rest sluit ik me aan bij Franciscus.
------------------------------------------------------------------------
wat baat kaars en bril, als de uil niet zien en lezen wil.