#11 , 12 mei 2015 11:19
“Afdeling 1 -Vermoeden van vaderschap. Art.315.Het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of...heeft de echtgenoot tot vader.”(B.W.).
Ik ga ervan uit dat uw kind zal geboren worden tijdens uw huwelijk,zodat voornoemd vermoeden van vaderschap geldt.
“Art.318. § 1. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot, kan het vermoeden van vaderschap worden betwist voor de familierechtbank door de moeder, het kind, de man ten aanzien van wie de afstamming vaststaat de man die het vaderschap van het kind opeist en de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist...”(B.W.).
‘Artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek schendt artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de vordering tot betwisting van vaderschap niet ontvankelijk is indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot van de moeder‘(Grondwettelijk Hof 020/2011,3 februari 2011);
‘Artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek schendt artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de vordering tot betwisting van het vaderschap door de man die het vaderschap van het kind opeist, niet ontvankelijk is indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder‘(Grondwettelijk Hof 105/2013,9 juli 2013);
‘Artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek schendt artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de door het kind ingestelde vordering tot betwisting van het vaderschap niet ontvankelijk is wanneer het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder‘(Grondwettelijk Hof 147/2013,07 november 2013).
SWENNEN,F.,Afstamming en Grondwettelijk Hof,R.W.2011-12,1102-1110;
Hieruit volgt dat voornoemd art.318,§1 in uw geval als volgt dient gelezen:
“Art.318. § 1. Het vermoeden van vaderschap kan worden betwist voor de familierechtbank door ...de man die het vaderschap van het kind opeist ...”(B.W.).
Echter:
“Art.318...§ 4. De vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap is niet ontvankelijk, als de echtgenoot toestemming heeft gegeven tot kunstmatige inseminatie of tot een andere daad die de voortplanting tot doel had, tenzij de verwekking van het kind hiervan niet het gevolg kan zijn...”(B.W.).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/