#4 , 09 sep 2013 08:50
Uw vriendin heeft recht op persoonlijk contact met haar kind. Haar ex-partner kan haar dat recht niet afnemen.
Zie onderstaande tekst:
Verblijfsregeling en omgangsregeling
De begrippen ‘hoederecht’ en ‘bezoekrecht’ komen niet meer in de wet voor als gevolg van het principe van de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag. In plaats van bezoekrecht spreekt de wet, wanneer er sprake is van gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag, over de verblijfsregeling.
Wanneer het ouderlijk gezag exclusief aan een van de ouders is toegekend, spreekt men van een omgangsregeling voor de ouder die niet belast is met het ouderlijk gezag.
Verblijfsregeling
Het is in de eerste plaats aan de ouders om samen te beslissen op welke manier ze het leven van hun kinderen gaan regelen. Bv.: bij wie gaan de kinderen wonen, hoe vaak zullen ze de anderen zien, wat met de vakanties … Als ze dergelijke afspraken op papier zetten, zijn die bindend. De rechter zal deze afspraken homologeren, tenzij ze in strijd zijn met het belang van het kind. De ouders hebben dus de keuze om zelf, steeds in het belang van het kind, een regeling uit te werken.
Als de ouders er samen niet uit geraken, wordt er een beslissing genomen in een gerechtelijke procedure.Dan is er de Wet van 18 juli 2006 tot het bevoorrechten van een gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind van wie de ouders gescheiden zijn en tot regeling van de gedwongen tenuitvoerlegging inzake huisvesting van het kind. Deze wet geeft voorrang aan een gelijke verdeling van de huisvesting als minstens één ouder erom vraagt (verblijfsco-ouderschap of bilocatie). Concreet betekent dit dus dat het kind afwisselend één periode bij vader verblijft en de daaropvolgende periode bij moeder. Het kind wordt op het adres van een van de ouders in de bevolkingsregisters ingeschreven volgens een vrije overeenkomst tussen de ouders.
De wet van 18 juli 2006 gaat uit van de filosofie dat een akkoord over de verblijfsregeling tussen de partijen steeds de meeste kansen op welslagen biedt. Vandaar dat ze voorziet dat de rechter eerst zal trachten de partijen te verzoenen. Deze regeling heeft enkel te maken met het verblijf van het kind en heeft geen enkele invloed op de uitoefening van het ouderlijk gezag. Het is bv. mogelijk dat een kind bij de moeder verblijft, terwijl de ouders het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen.
Recht op persoonlijk contact: omgangsregeling
In elk geval waar er een gerechtelijke uitspraak is over het toekennen van het ouderlijk gezag aan een van beide ouders, is het de rechter die moet bepalen waar het kind wordt gehuisvest (de rechter beslist dus over de verblijfplaats). De rechter moet ook bepalen op welke manier de andere ouder persoonlijk contact met het kind kan blijven onderhouden. Hier spreekt men van een ‘omgangsregeling’ in plaats van ‘verblijfsregeling’.
Het recht op persoonlijk contact (omgangsrecht) kan enkel uitzonderlijk en om zwaarwichtige redenen geweigerd worden via een uitspraak van de rechter. Het gaat hier om een omgangsrecht voor de ouder, niet van het kind. Er is dus geen omgangsplicht. Dit omgangsrecht kan eventueel plaatsvinden in een bezoekruimte.
Het principiële recht op persoonlijk contact geldt enkel voor de ouders en de grootouders. Artikel 10 van de wet stelt: “Datzelfde recht kan aan ieder ander persoon worden toegekend, indien hij aantoont dat hij met het kind een bijzondere affectieve band heeft.” Hieruit kunnen we afleiden dat alle andere derden dan de ouders en de grootouders geen principiële titularissen zijn van het recht op persoonlijk contact. Gewezen pleegouders, maar ook broers en zussen moeten dus een ‘bijzondere affectieve band’ kunnen bewijzen voor hun recht op persoonlijk contact.
Het wordt aangeraden om de omgangsregeling, zoals bepaald door een rechtbank, te respecteren. Bezoeken van de ouders tijdens de schooluren worden afgeraden. Als een van de ouders het kind komt afhalen op een dag waar de omgangsregeling niet geldt, kan dit enkel met uitdrukkelijke toestemming van de andere ouder.
Het is niet aan de school om de rechten van (groot)ouders op persoonlijk contact te gaan beschermen of te helpen afdwingen. De school kan enkel verwijzen naar hulpverlenende diensten of de rechtbank.
Gedwongen tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing over de kinderen
Indien de ene ouder het andere kind niet wil meegeven wanneer er omgangsrecht is, kan de rechter dwangmaatregelen nemen. De rechter heeft een spectrum van mogelijkheden ter beschikking als een van de ouders de rechterlijke beslissingen weigert uit te voeren.
- nieuwe onderzoeksmaatregel
- poging tot verzoening van de partijen
- bemiddeling
- nieuwe beslissingen over de huisvesting van de kinderen en het recht op persoonlijk contact
- dwangmaatregelen
- dwangsom
Ook strafrechtelijke vervolging op basis van artikel 432 van het Strafwetboek is mogelijk, met een risico op een gevangenisstraf of geldboete.
Alis Volat Propriis