Uit elkaar, hoederecht over het kind

Ann11
Topic Starter
Berichten: 2

Uit elkaar, hoederecht over het kind

#1 , 22 feb 2007 12:25

ik heb een zoontje dat ondertussen drie maand oud is. De dag dat ik uit het moederhuis kwam, wist mijn man me te zeggen dat hij bij me wegging.Nadien bleek dat hij al drie maanden een affaire had. Momenteel zijn we co-ouderschap overeengekomen, omdat hij logeert bij zijn moeder en omdat ik ook wel vind dat een kind recht heeft op beide ouders. Zijn moeder neemt de meeste zorgen over, omdat hij natuurlijk moet gaan werken (staat in een ploegenstelsel). Nu zou het kunnen dat hij gaat samenwonen met zijn nieuwe vriendin, maar ik vind onze zoon nog veel te klein om al een tweede mama te hebben. Hij weet nu al amper dat ik zijn mama nog ben. Ik vind niet dat zij daar nu voor moet zorgen, terwijl ik alleen thuiszit. Nu zou ik graag willen weten wat mijn rechten zijn als moeder.

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Billie
Berichten: 70
Locatie: Borchtlombeek

#2 , 12 apr 2007 20:37

Als Moeder heeft u, zolang u niet ontzet bent uit het ouderlijk gezag volgende rechten:
1) het recht op persoonlijk contact met het kind (Art. 374, 4de lid BW)
Indien beide ouders niet samenleven doch gezamenlijk dit ouderlijk gezag uitoefenen, wordt dit recht geconcretiseerd in de verblijfsregeling (Art. 374, 2de en 5de lid BW)
Wanneer een ouder niet het recht van bewaring uitoefent of wanneer een kind aan een derde is toevertrouw heeft de betrokken ouder een omgangsrecht (Art. 374, 4de lid)
2) Het gezag over de persoon en het beheer van de goederen van de minderjarige kinderen
Het gezag over de persoon (Art. 373-375 BW) behelst a) Het recht van bewaring en b) het beslissingsrecht inzake de fundamentele opties.
Het recht van bewaring houdt in zich ook het recht van zorg en verwijst naar het recht om een kind bij zich te houden en de afgifte van het kind te vorderen vanwege anderen die het onder zich houden. De element recht van zorg hierin verwijst meer specifiek naar het recht om toezicht uit te oefenen op de contacten van het kind met derden, briefwisseling, ontspanning,...eigenlijk naar de dagelijkse opvoeding.
het beslissingsrecht inzake fundamentele opties verwijst vb naar de filosofische of godsdienstige opvoeding van uw kind, zijn taal, school,...(er is een opsomming in art. 374, 2de lid BW).
het beheer over de goederen en de vertegenwoordigingsbevoegdheid (Art. 376-379 BW) behelzen a) Het beheer over de goederen en b) de vertegenwoordigingsbevoegdheid.
(Dit is iets te gecompliceerd om hier zo allemaal uiteen te zetten en is daarenboven niet zo relevant voor uw probleem.
Ook heeft u als ouder, indien slechts de andere ouder de opvoeding of het beheer over de goedren van het kind uitoefent, het recht van toezicht op de opvoeding en op het beheer (Art. 374, 4de lid BW en art. 376, 4 de lid BW). Dit houdt in dat u zelf rechtstreeks toezich mag uitoefenen op het kind, maar ook op de wijze waarop de andere ouder zijn ouderlijk gezag uitoefent. Hiervoor mag u bij derden alle nuttige informatie inwinnen (Art. 374, 4de lid e.v. BW).
3) Het vruchtgenot van de goederen (Art. 384- 387 BW)
Te gedetailleerd en niet relevant voor uw probleem.
4) U heeft ook de ouderlijke bevoegdheden aangaande de staat van de persoon van de minderjarige (vb instemmen in huwelijk, toestemming voor adoptie of pleegvoogdij, verzoek gerechtelijke ontvoogding, verandering naam, ...)


Aangezien uw kind twee ouders heeft zijn jullie beiden titularis van alle bevoegdheden van het ouderlijk gezag. Dat jullie niet samenwonen maakt een en ander gecompliceerd. Het principe is dat jullie gezamenlijk dit gezag uitoefenen. De wet heeft een vermoeden in het leven geroepen namelijk dat wanneer de ene ouder iets beslist, de andere vermoed wordt te hebben ingestemd met deze beslissing. In geval van onenigheid is het de jeugdrechtbank die bevoegd is om kennis te nemen van het geschil. De jeugdrechtbank zal steeds een beslissing vellen waarbij zij voornamelijk kijkt naar "het belang van het kind".

Aanvullend: Het recht op contact met uw kind volgt ook uit tal van andere bepalingen en kan bijvoorbeeld afgeleid worden uit Art. 8 EVRM en uit het verdrag van New York dat de rechten van het kind vaststelt.

Reclame

Terug naar “Andere”