Uit 
http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/3 ... 001_AC.pdf.
Op basis van art. 13 van de deontologische code die van toepassing is op het notariaat (282)
wordt de notaris onderworpen aan de discretieplicht. Dit artikel stelt:
“Zelfs in de gevallen waarin het beroepsgeheim dat gewaarborgd wordt door artikel 458 van het  Strafwetboek  niet  meespeelt  omdat  de  informatie  waarover  de  notaris  beschikt  niet  als vertrouwelijk kan beschouwd worden, is de notaris gehouden tot een discretie plicht, die hem verbiedt  deze  inlichtingen  mee  te  delen  aan  derden,  behoudens  wanneer  deze  mededeling noodzakelijk of nuttig is voor de verrichtingen waarmee hij belast is. 
In  dit  opzicht  houdt  de  notaris  rekening  met  het  feit  dat  de  tussen  twee  notarissen  gevoerde briefwisseling niet vertrouwelijk is, behoudens andersluidende overeenkomst.”
De notaris is dus in ieder geval onderworpen aan een discretieplicht. Uit de bewoordingen van het artikel kan worden afgeleid dat de notaris onderworpen zal worden aan het beroepsgeheim voor  zover  de  informatie  als  vertrouwelijk  wordt beschouwd.(283)
Dit  notarieel  beroepsgeheim is bijgevolg beperkt tot alle gegevens die vertrouwelijk werden meegedeeld.