JuridischForum.be

Kan iemand mij zeggen of er recht is op een woonstvergoeding na feitelijke scheiding van feitelijk samenwonenden, en dit van de "blijvende" partner aan de vertrokken partner, in geval van een woonst die gemeenschappelijk (50/50 eigendom) werd aangekocht?
Is dit afdwingbaar en desgevallend vanaf de dag van inschrijving van de vertrokken partner op een ander domicilie? Ook wanneer de eis na (in casu) 19 maanden feitelijke scheiding wordt gevraagd?
Is hier een éénduidig antwoord of hangt dit af van de individuele visie/uitspraak (rekening houdend met de (on)evenwichtige lasten der ex-partners) van de Vrederechter?

Ik bevind mij in dergelijke situatie als vertrokken partner en betaal zowel huur voor mijn nieuwe woonst (huurappartement) als mijn deel van de afbetaling van de lening van de gemeenschappelijke woning die mijn ex-partner nog steeds ( ondertussen dus al 19 maanden) kosteloos betrekt.

Alvast hartelijk voor elk antwoord dat wat klaarheid/inzicht kan verschaffen.

Aangezien de blijver maar voor de helft eigenaar is moet hij de andere helft huren. U hebt dus recht op een halve huur. Daar is geen hogere wiskunde voor nodig.

Wanneer de gezinswoning aan de samenwonenden in onverdeeldheid toebehoort en na het einde van de samenwoning één van de partners in die gezinswoning is blijven wonen, is vanaf datum feitelijke scheiding door die partner een woonstvergoeding verschuldigd aan de andere partner (artikel 577-2 §5 B.W.).