even een belangrijke reflexie die je toch ook even aan je partner voorlegt.
Je partner moet nog steeds afbetalen aan zijn woning. Na zoveel jaar afbetalen zal de woning van hem zijn. Ok, jij kan bij hem wonen met je kinderen (dat is fijn) maar op het einde van de rit heb je jaran afbetaald en kan je je kinderen niets nalaten.
Het pijnpunt wordt duidelijker met de volgende vergelijking: als jullie een huurhuis zouden huren samen (want jullie willen wel in één woning samenleven), dan zouden jullie die huurkost ook samen betalen, maar niemand zou zich hierdoor verrijke tov de andere.
Nog een ander voorbeeld: als jullie nu zouden beslissen een huis te kopen, zouden jullie dat ook samen afbetalen en zouden jullie later elk iets kunnen doorgeven aan jullie respectievelijke kinderen.
Kortom: je wordt voor het voldongen feit gesteld dat je, omdat je er ook woont, moet bijdragen aan de persoonloijke verrijking van je partner zonder dat je er zelf iets aan overhoudt. Dat is niet fair.
Ik vermoed dat je partner ook niet wilt dat je mede-eigenaar wordt van het huis waar je aan mee afbetaalt. Want dat zou hij eigenlijk zelf al moeten voorgesteld hebben. Het mom van: "je woont hier toch ook" volstaat niet als argument.
Om dit verhaal in een eerste fase iets eerlijker te maken, zou ik niet meer de helft van de lening betalen, maar een soort van woonstvergoeding. Daarmee vergoed je met een maandelijkse bijdrage de mogelijke woningsleet die je met jouw kinderen veroorzaakt

een derde van de lening lijkt mee méér dan voldoende.
Ik hoop van harte dat je partner begrijpt dat als je er NIET was, hij op zijn eentje waarschijnlijk de lening niet zou kunnen dragen.
en dat is dus het bewijs dat je een rechtmatige mede-eigenaar moet kunnen zijn.