Het is een tijdje geleden dat ik mijn vraag stelde. Verleden week zijn we naar een notaris stapt en zij raadde ons aan te trouwen onder het stelsel van scheiding van goederen, omdat zijn kinderen wel eens voor problemen kunnen zorgen als hij eerder overlijdt. Ze zei ook dat hij een testament kon maken, zodat ik zeker 1/4 van zijn eigendommen kon krijgen. Onder stelsel van scheiding van goederen huwen , wil niet zeggen dat we gemeenschappelijke goederen tijdens ons huwelijk kunnen verwerven, zou hij eerder overlijden dan krijg ik hiervan sowieso de helft. Met een testament zelfs 3/4 ( 1/2 + 1/4). Onder eender welk stelsel we huwen de overlijdende partner krijgt vruchtgebruik over de woning van de andere partner en mag de intresten van bankrekeningen gebruiken. Heb ik dit goed begrepen?
Thuisgekomen las ik op notaris.be:
Er zijn clausules die het WETTELIJK STELSEL op een bepaald gebied wijzigen. Men stelt een huwelijkscontract op waarin men kiest
voor het behoud van wettelijk stelsel als algemeen principe, maar men wijzigt enkele bepalingen.
DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT BEVOORDELEN ••••••
Vaak voorkomende clausules in huwelijkscontracten zijn de bepalingen die ervoor moeten zorgen dat na het overlijden van één van de
echtgenoten, de overblijvende bevoordeeld wordt. Deze clausules zijn voornamelijk van belang als er kinderen zijn.
Als er geen kinderen zijn, komt het gemeenschappelijk vermogen immers volledig en in volle eigendom toe aan de langstlevende
echtgenoot.
Maar als er wel kinderen zijn wordt de huwelijksgemeenschap in twee helften verdeeld: de ene helft voor de langstlevende echtgenoot, de
andere helft voor de kinderen.De langstlevende echtgenoot/echtgenote behoudt wel levenslang het recht om de gemeenschappelijke zaken te blijven gebruiken: hij/zij krijgt het vruchtgebruik.
DE ONGELIJKE VERDELING VAN DE HUWELIJKSGEMEENSCHAP
In het huwelijkscontract is het mogelijk af te wijken van die gelijke verdeling van de gemeenschap. Men kan bepalen dat de langstlevende
dus meer dan de helft krijgt. Dat kan door een clausule van ongelijke verdeling. Daarin bepalen de echtgenoten dat de langstlevende meer dan de helft (bv. 3/4) van de huwelijksgemeenschap verkrijgt. De kinderen krijgen dan slechts 1/4 in plaats van de helft.
HET VERBLIJVINGSBEDING
Men kan zelfs overeenkomen dat de gehele gemeenschap aan de langstlevende toekomt. Zulke clausule noemen we het
verblijvingsbeding. De gehele gemeenschap verblijft (= komt toe) aan de langstlevende.
HET BEDING VAN VOORAFNAME
Nog een andere mogelijkheid is te bepalen dat de langstlevende, vóór de verdeling uitgevoerd wordt, bepaalde zaken mag nemen. Deze
voorafgenomen zaken zijn dan voor 100% van de langstlevende, de overige zaken worden met de kinderen gedeeld.
Niettegenstaande het woordenboek enkel spreekt over een vooruitname gebruikt ons Burgerlijk Wetboek, de termen VOORAFNAME en VOORUITMAKING.Deze zou bijvoorbeeld zo geformuleerd kunnen worden:“De langstlevende echtgenoot zal vóór elke verdeling uit de gemeenschap mogen voorafnemen: de gezinswoning met alle daarin aanwezige huisraad en meubelen, alsook de wagen”.Deze clausule heeft tot gevolg dat de langstlevende echtgenoot of echtgenote volledig baas is over het eigen huis. Indien die langstlevende de gezinswoning wenst te verkopen, moeten de kinderen niet mee ondertekenen. Indien deze clausule niet wordt opgenomen, is de instemming van de kinderen wél vereist wanneer de langstlevende echtgenoot de woning wil verkopen.
KEUZEBEDING
Men kan in een huwelijkscontract ook geldig bedingen dat het gemeenschappelijk vermogen bij ontbinding door overlijden zal
toebehoren aan de langstlevende, naar keuze van deze laatste.De langstlevende kan dan zelf kiezen – rekening houdend met de
omstandigheden, zijn financiële toestand, de gezinstoestand, de leeftijd enz... – wat hij met dit gemeenschappelijk vermogen wenst te
doen, en welke elementen hij daaruit eventueel volledig voor zich wil houden.
Ze antwoordde op mijn e-mail: " Wat betreft de informatie die U gevonden heeft via de website
http://www.notaris.be" onclick="window.open(this.href);return false; : daar heb ik het met U ook over gehad. Ik heb toen de opmerking gemaakt dat de kinderen van uw partner daar konden tegen opkomen en “inkorting” vragen omdat zij eigenlijk onterfd zijn als U de langstlevende zou zijn en alle goederen uit de gemeenschap aan U zouden toekomen ingevolge een dergelijk verblijvingsbeding. Dit beding is perfect mogelijk voor een echtpaar dat enkel gemeenschappelijke kinderen heeft maar werkt nooit 100% bij echtparen waar er kinderen zijn uit een vorige relatie."
Kan dat "inkorten" een realiteit zijn of winnen kinderen dit meestal niet?
Graag Uw advies.