#17 , 16 nov 2019 13:40
Het louter bestaan van een affectieve samenlevingsrelatie tussen de verrijkte en de verarmde kan op zich de toepassing van de leer van de verrijking zonder oorzaak niet uitsluiten. Maar dan dienen ook de andere voorwaarden van de verrijking zonder oorzaak voorhanden te zijn. Een vrijwillig tot stand gekomen vermogensverschuiving laat geen vordering verrijking zonder oorzaak toe. De solidariteitsgedachte in de persoonlijke verhoudingen tussen feitelijk samenwonende partners uit zich in een natuurlijke verbintenis tot bijdrage in de lasten van het samenwonen. Elke partner dient naar best vermogen en in verhouding tot zijn/haar financiële middelen bij te dragen in de lasten van de huishouding.
zie ook Cass. 09/06/2017 met noot Jonas Lambrechts. Subsidariteit vormt geen beletsel voor ondergeschikte toepassing van de vordering uit ongerechtvaardige verrijking.
Het subsidiair karakter van de rechtsvordering uit verrijking zonder oorzaak staat evenwel niet eraan in de weg dat de eiser zijn vordering in hoofdorde steunt op één of meer grondslagen en subsidiair op de verrijking zonder oorzaak, voor het geval de rechter oordeelt dat eerstgenoemde grondslagen niet voor handen zijn.
De verrijking is niet zonder oorzaak wanneer de vermogensverschuiving haar oorsprong vindt in de eigen wil van de verarmde, waartoe vereist is dat de verarmde de wil had een definitieve vermogensverschuiving ten voordele van de verrijkte tot stand te brengen.
Wie dus bij het uit elkaar gaan beweert meer te hebben bijgedragen in de dagdagelijkse kosten en op een terugbetaling van de andere recht heeft, zal moeten bewijzen dat zijn uitgaven de normale lasten van het feitelijk samenwonen overschrijden.