Mijn ex-schoonzoon heeft via de rechtbank bekomen dat mijn 6-jarige kleindochter niet langer in mijn gemeente (C, waar de ouders ook woonden toe A begon school te lopen) naar school gaat.
Het kindje is 6 jaar en kwam om 16 u in de mama-week met de schoolbus bij mij waarna ze door mijn dochter opgehaald werd na de werkuren (om 18u ongeveer). De woensdagnamiddag was dat Mamie-dag! Door die tijd bij mij, ons samen eten, spelen, ... is de band met mijn kleindochter sterk geworden.
Mijn dochter bekwam bij het Hof van Beroep in Gent op 11 juli jl dat de school in B werd aangeduid ipv die in D (aangeduid door de Familierechter op vraag van de vader)
Voor mij vervalt nu het contact met mijn kleinkind in mama-week. Dat valt mij enorm zwaar.
In het vonnis van het Hof van Beroep staat onder de titel III. Beoordeling B. De gegrondheid van de hogere beroepen 13. ..."De geïntimideerde bevestigt tenslotte in zijn syntheseconclusie (en herhaalde ter terechtzitting voor het hof) mee te zullen werken aan het bestendigen van de contacten tussen A en de maternale grootmoeder op de woensdagnamiddag van zijn verblijfsweek”. Mijn ex-schoonzoon weigert nu dit te doen.
Mijn vraag is dus: is dit afdwingbaar, kan hij zijn weigering zomaar beslissen nadat hij in de rechtbank het tegenovergestelde beweerde?
Mijn dank voor uw antwoord.
Met vriendelijke groet