Als ze dochter niet meegeeft dan gaat u naar de politie - neem vonnis en een kopie mee. Achterhouden van kinderen is strafbaar.
Zorg ook dat u de nodige doktersattesten en attesten van deskundigen hebt vb psycholoog.
Citaat van j.demoor ( moet ik het zelf niet meer opzoeken)
“Art.372.Een kind blijft onder het gezag van zijn ouders tot aan zijn meerderjarigheid of zijn ontvoogding.
Art.374.§ 1.Wanneer de ouders niet samenleven, blijven zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen...“(Burgerlijk Wetboek=B.W.)
Het gezag van de ene ouder is niet bestemd om dit van de andere ouder te ondermijnen,maar wel om diens rechtmatig uitgeoefend gezag te ondersteunen,ook al wordt dit gezag door de ene anders uitgeoefend dan door de andere.
‘Papa ik wil niet meer komen en ik wil er niet meer over praten’
Laat voortaan niet na uw gezag tegenover uw minderjarige dochter uit te oefenen.
“Art.432...§3.Wanneer over de bewaring van het minderjarige kind mocht zijn beslist...dan worden de straffen bepaald in de §§1 en 2 toegepast op de vader of de moeder die het minderjarige kind onttrekt...aan de bewaring van hen aan wie het krachtens de beslissing is toevertrouwd,die het niet afgeeft aan degenen die het recht hebben het op te eisen of die het,zelfs met zijn toestemming,ontvoert of doet ontvoeren...“(Strafwetboek)
‘De onthouding van een ouder om zijn gezag te doen gelden teneinde de weerstand van een kind tegen de uitoefening van het bezoekrecht van de andere ouder te overwinnen kan,naar omstandigheden...het in art.369bis(nu 432) bedoelde misdrijf opleveren‘[Cass. 21 oktober 1986,R.W. 1986-87,1609-1610,noot;Cass. 28 oktober 1987, J.Dr.Jeun. 1988,7;Cass. 15 maart 1989, J.T. 1989,666;Cass. AR7009,8 februari 1994(X.), onuitg.,geciteerd door TRD&I 1994,545].
en verder mijn eigen citaat (wel wat hetzelfde maar j.demoor geeft o.a. cassatie aan.
art 432 strafwet
Afdeling IV. - <W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Ontvoering en verberging van minderjarigen [1 en van kwetsbare personen]1.
----------
(1)<W 2011-11-26/19, art. 24, 084; Inwerkingtreding : 02-02-2012>
Art. 428.<W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> § 1. Met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar wordt gestraft hij die een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaar niet heeft bereikt, ontvoert of doet ontvoeren, zelfs als de minderjarige zijn ontvoerder vrijwillig is gevolgd.
§ 2. Met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar wordt gestraft hij die een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, [1 of iedere persoon van wie de kwetsbare toestand ten gevolge van de leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid duidelijk was of de dader bekend was]1 ontvoert of doet ontvoeren door geweld, list of bedreiging.
§ 3. (...) <W 2002-06-14/42, art. 6, 036; Inwerkingtreding : 24-08-2002>
§ 4. De straf is opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar indien de ontvoering of de gevangenhouding van de ontvoerde minderjarige [1 of van de in § 2 bedoelde persoon]1 , hetzij een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een blijvende fysieke of psychische ongeschiktheid, hetzij het volledig verlies van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking ten gevolge heeft.
§ 5. Indien de ontvoering of de gevangenhouding de dood ten gevolge heeft, is de straf opsluiting van twintig jaar tot dertig jaar.
----------
(1)<W 2011-11-26/19, art. 25, 084; Inwerkingtreding : 02-02-2012>
Art. 429.<W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Met dezelfde straffen als de dader van de ontvoering wordt gestraft hij die een minderjarige [1 of een kwetsbaar persoon als bedoeld in artikel 428, § 2, van wie hij weet dat hij is ontvoerd]1, bij zich houdt.
----------
(1)<W 2011-11-26/19, art. 26, 084; Inwerkingtreding : 02-02-2012>
Art. 430.<W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> In de gevallen bedoeld in de artikelen 428 en 429, met uitzondering van de gevallen bedoeld in [2 artikel 428, §§ 4 en 5]2, is de straf gevangenisstraf van twee jaar tot vijf jaar en geldboete van tweehonderd [euro] tot vijfhonderd [euro] indien, binnen vijf dagen na de ontvoering, de ontvoerder of de persoon bedoeld in artikel 429 [1 de ontvoerde minderjarige of de ontvoerde kwetsbare persoon]1 vrijwillig heeft teruggegeven. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
----------
(1)<W 2011-11-26/19, art. 27, 084; Inwerkingtreding : 02-02-2012>
(2)<W 2014-05-05/09, art. 15, 106; Inwerkingtreding : 18-07-2014>
Afdeling V. - <W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Niet-afgeven van kinderen.
Art. 431. <W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot honderd [euro] of met een van die straffen alleen worden gestraft zij aan wie een minderjarige beneden de leeftijd van twaalf jaar is toevertrouwd en hem niet afgeven aan de personen die het recht hebben hem op te eisen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Indien de schuldige deze minderjarige meer dan vijf dagen verborgen houdt voor degenen die het recht hebben hem op te eisen of deze minderjarige onrechtmatig buiten het grondgebied van het Koninkrijk vasthoudt, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot tweehonderd [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 432. <W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> § 1. Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot duizend [euro], of met een van deze straffen alleen worden gestraft :<W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
de vader of moeder die het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de rechtsvervolging, tegen dit kind ingesteld uit kracht van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming of betreffende de jeugdbijstand, die het onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van de personen aan wie de bevoegde overheid het heeft toevertrouwd, die het niet afgeeft aan degenen die het recht hebben het op te eisen of die het, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.
Is de schuldige geheel of ten dele ontzet uit de ouderlijke macht, dan kan de gevangenisstraf tot drie jaar worden verhoogd.
§ 2. Indien de schuldige het minderjarige kind meer dan vijf dagen verborgen houdt voor degenen die het recht hebben het op te eisen of het minderjarige kind onrechtmatig buiten het grondgebied van het Koninkrijk vasthoudt, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van vijftig [euro] tot duizend [euro], of met een van deze straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Is de schuldige geheel of ten dele ontzet uit de ouderlijke macht, dan is de gevangenisstraf minstens drie jaar.
§ 3. Wanneer over de bewaring van het minderjarige kind mocht zijn beslist, hetzij gedurende het verloop of ten gevolge van een geding tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed, hetzij in andere bij de wet bepaalde omstandigheden, dan worden de straffen bepaald in de §§ 1 en 2 toegepast op de vader of de moeder die het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van hen aan wie het krachtens de beslissing is toevertrouwd, die het niet afgeeft aan degenen die het recht hebben het op te eisen of die het, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.
§ 4. Indien over de bewaring van het minderjarige kind een aan de rechtspleging door onderlinge toestemming voorafgaande minnelijke schikking is getroffen, worden de straffen bepaald in §§ 1 en 2 toegepast op de vader of de moeder die, vanaf de datum van de overschrijving van de echtscheiding door onderlinge toestemming, het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van hen aan wie het krachtens de beslissing of de minnelijke schikking is toevertrouwd, die het niet afgeeft aan hen die het recht hebben het op te eisen of die het, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.
De grondwet
Art. 12 : De vrijheid van de persoon is gewaarborgd.
Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft.
Behalve bij ontdekking op heterdaad kan niemand worden aangehouden dan krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter, dat moet worden betekend bij de aanhouding of uiterlijk binnen vierentwintig uren.
Art. 13 : Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent.
Art. 14 : Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet.
ook eens lezen :
http://www.mensenrecht.be/node/107