Het gaat vooral om de kinderen. Het eerste weekend na het tekenen worden de afspraken al niet nageleefd. Dochter wil niet mee (niet perse ex haar schuld, maar zeggen in het bijzijn van de dochter dat dit normaal is, lijkt mij ook verkeerd). Ook qua betaling loopt het direct verkeerd. Op papier staat dat hij niet meer moet betalen voor zijn vrouw vanaf zij een vriend heeft (zij werkt voltijds, betaling was vrijwillig omdat hij wou dat ze het goed had). Nog geen week na het tekenen op fb een relatiestatus maar telefonisch zeggen dat ze wilt dat hij blijft betalen.
Het papier is dus nog niet naar de rechter en ze leeft dus de afspraken al niet na.
We willen dus toch graag aanpassingen doen voor het naar de rechter gaat. Want als het nu al misloopt hebben we schrik naar de toekomst toe.
Er is getekend, dus zal tegenpartij al die mooie voordelen (auto, huis, spaargeld en dan nog een financiële ondersteuning) niet willen laten schieten, denk ik. Wat niet wil zeggen dat het niet mogelijk is, maar dan moeten
beide partijen wel bereid zijn tot wijziging.
Om bij onderlinge toestemming te kunnen scheiden, zijn de echtgenoten gehouden om 2 overeenkomsten op te stellen waarin zij hun onderlinge afspraken vastleggen, te weten:
1. Een vermogensrechtelijke overeenkomst of regelingsakte (art. 1287 Ger. W.) enerzijds;
2. Een familierechtelijke overeenkomst (art. 1288 Ger. W.) anderzijds.
De procedure wordt ingeleid door middel van het neerleggen van een verzoekschrift, inclusief bijlagen, waaronder de beide overeenkomsten.
De overeenkomsten verliezen hun bindende kracht wanneer van de echtscheidingsprocedure afstand wordt gedaan.
De regelingsakte is opgesteld door een notaris. De notariële akte is immers een authentieke akte, die ook een “uitvoerbare titel” is. Dit betekent dat partijen elkaars afspraken kunnen afdwingen, zonder beroep te doen op een rechtbank.
Op papier staat dat hij niet meer moet betalen voor zijn vrouw vanaf zij een vriend heeft.
Staat dit zo letterlijk beschreven?
"De overeenkomst gesloten op grond van artikel 1288, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek, waarbij de ene echtgenoot zich ertoe verbindt om de andere een uitkering tot levensonderhoud, die geen wettelijke alimentatieschuld is, te betalen, is uitsluitend onderworpen aan de regels van het verbintenissenrecht.
Mevrouw heeft een relatiestatus. Ik denk nu niet dat een relatieaanduiding op een website direct ook aanleiding kan geven tot een opheffing van een overeengekomen bepaling.
Want wat is de definitie van "vanaf dat zij een vriend heeft"? Aan welke voorwaarden dient te worden voldaan? Gaat het om het hebben van een puur liefdesrelatie of gaat het om een duurzame relatie (waarbij vriend deelt in het huishouden van mevrouw)?
Ik kan goed begrijpen dat uw vriend wil dat zijn ex het goed heeft, dat wilde ik ook voor mijn ex indertijd. Maar men dient wel op te letten dat men de zaak zo voorstelt dat er later geen betwisting over bestaat, want dat is er nu wel.
Om dergelijke onduidelijkheid trachten te voorkomen voegt men dikwijls een clausule in de overeenkomst toe dat de uitkering ophoudt te bestaan wanneer de persoon in relatie wettelijk gaat samenwonen: de Echtscheidingswet van 27 april 2007 (in werking getreden op 1 september 2007) art. 301, § 10, tweede lid BW heeft ingevoerd als volgt luidende: “De uitkering eindigt in ieder geval definitief in geval van een nieuw huwelijk van de uitkeringsgerechtigde of op het ogenblik waarop deze laatste een verklaring van wettelijke samenwoning doet, tenzij de partijen anders overeenkomen”.