Niet ieder kind wordt gehospitaliseerd. Hospitalisatie is een uitzondering, en brengt dus een uitzonderlijke kost met zich mee. De wetgever kan onmogelijk alle kosten die uitzonderlijk kunnen ontstaan in een wettekst gieten.
U wordt normaal gehouden om de helft van de hospitalisatiekosten mee te betalen, maar u kan rekening houden met terugbetalingen door mutualiteit en hospitalisatieverzekering. Dat geldt ook voor de andere ouder zodat enkel nog remgeld te verdelen is.
De onderhoudsgelden blijven echter normaal doorlopen want het vonnis voorziet niet in een afwijking van verblijf.
Niets belet u echter om te proberen het met de andere ouder tot een (schriftelijk) akkoord te komen om voor in die periode het onderhoudsgeld te verminderen. Ik zeg wel verminderen, niet opschorten, want er blijven onderhoudskosten (kledij, ...), en het is maar tijdelijk.
Tot maar opletten hiermee, want er spelen ook andere factoren mee.
Zie maar onderstaand artikel in geval van plaatsing van het kind. [Bron: Jeugdrecht.be]
Wat met de alimentatie als een kind geplaatst wordt?
In de praktijk tracht de consulent met de ouders vaak een akkoord te maken over de betaling van de alimentatie bij een plaatsing. Het gebeurt dat ouders overeenkomen dat zolang het kind geplaatst is, de alimentatie niet langer aan de moeder betaald wordt, maar op een spaarrekening op naam van het kind zelf komt. Het gebeurt ook dat in onderling overleg de alimentatieplichtige ouder het bedrag van de alimentatie als ouderbijdrage aan het Fonds Jongerenwelzijn stort. Nochtans is het oppassen geblazen: zolang het oude vonnis dat de bedragen en modaliteiten van betaling van onderhoudsgeld vastlegde niet expliciet gewijzigd wordt, kan de gerechtigde betaling eisen conform het vonnis. Qui paie mal, paie deux fois...
Kunnen ouders een beslissing van de rechter over het onderhoudsgeld zomaar zelf wijzigen? Dat kan, zegt rechtspraak, maar op voorwaarde dat de ouders een nieuwe regeling uitwerken die de rechtmatige belangen van de kinderen niet miskent en voor de ouders of voor één van hen geen ontheffing inhoudt van hun verplichting om de kinderen levensonderhoud, opvoeding en opleiding te bezorgen. Om zo'n nieuwe regeling afdwingbaar te maken (met deurwaarder), moet je wel een nieuwe titel (=vonnis) hebben. Ook de fiscus vraagt een vonnis en neemt geen genoegen met een onderlinge overeenkomst tussen de ouders.
Het veiligste is dus dat de wijziging via gerechtelijke weg verloopt, zelfs als partijen akkoord zijn, ter bekrachtiging. De familierechter zal in de nieuwe omstandigheden rekening houden met wat het kind nodig heeft en met het inkomen van de onderhoudsplichtige ouder.
Een overeenkomst over de onderhoudsbijdrage voor het kind na een echtscheiding met onderlinge toestemming kan door de familierechtbank herzien worden op voorwaarde dat er nieuwe omstandigheden zijn die buiten de wil van de partijen hun toestand of die van hun kinderen ingrijpend wijzigen.