JuridischForum.be

Beste mensen,

Ik en mijn vrouw zijn gescheiden en we hebben één minderjarige dochter. Mijn vrouw krijgt maandelijks 133 euro alimentatie van mij voor ons kind. Ik zie het kind nu nauwelijks.
We hebben deze overeenkomst laten vastleggen bij de notaris.

We zijn beide akkoord over een wijziging van het onderhoudsgeld en willen dit nu plaatsen op een rekening die voor onze dochter is zodat ze wat spaargeld heeft als ze meerderjarig wordt,
en een wijziging van de bezoekregeling waardoor ik ons dochter meer kan zien.

We zijn over dit alles onderling akkoord, maar de vraag is: wat moeten we nu doen?
Volstaat het samen naar de notaris te stappen om deze overeenkomst te wijzigen of moeten we naar de jeugdrechtbank om dit te laten veranderen?

Of hebben we de keuze en wat is dan het voordeligst?

Graag jullie reacties met enige kennis van zaken, waarvoor mijn oprechte dank.

Groeten

Jullie mogen na de echtscheiding nieuwe afspraken maken die aansluiten bij nieuwe omstandigheden en bekommernissen. Jullie kunnen zelf onderling een nieuwe ouderschapsovereenkomst opstellen. Jullie kunnen zich hiervoor eventueel laten bijstaan door een bemiddelaar in familiezaken.

Als jullie willen dat de nieuwe ouderschapsovereenkomst afdwingbaar is, dan kunnen jullie vragen aan de vrederechter of de jeugdrechter of een notaris om de nieuwe overeenkomst te bekrachtigen.

De meeste vrederechters bekrachtigen een nieuwe ouderschapsovereenkomst via een procedure minnelijke schikking (zeker als er gebruik gemaakt werd van een erkend bemiddelaar in familiezaken). Deze procedure is de goedkoopste, nl. gratis en je hebt geen advocaat hiervoor nodig. Als de vrederechter niet bereid is om dit via een procedure minnelijke schikking vast te leggen, kan je terecht bij de jeugdrechter. Deze rechter bekrachtigt de nieuwe regeling voor een kostprijs van 52 euro.
Als je via een notaris werkt dan is de notaris vrij om zijn tarief hiervoor te bepalen.

Hartelijk dank voor het advies.

Als we niet zeker zijn van de vrederechter, gaan we maar naar de jeugdrechtbank. 52 euro is nu niet bepaald onoverkomelijk.