Kunnen er, om te beginnen, ongebruikte spullen worden teruggestuurd naar de schuldeisers?
Ik ga ervan uit dat uw dochter niet-ontvoogd is:
Ouders blijven
burgerlijk aansprakelijk voor hun niet-ontvoogd minderjarig kind.
Indien het kind schulden heeft gemaakt door bvb. de (contractuele) aankoop van spullen, dan kunnen de ouders en de jongere kunnen vragen aan de rechter om die handeling nietig te laten verklaren omdat hij als minderjarige benadeeld is geweest door de verkoper. Maar het is mogelijk dat een rechter oordeelt dat het contract toch geldig was en dat de jongere veroordeeld wordt om zijn schuld te betalen.
Ouders kunnen deze aansprakelijkheid maar ontlopen wanneer ze kunnen aantonen dat ze (1) een goede opvoeding geven of gegeven hebben aan hun kinderen én dat ze (2) voldoende toezicht gehouden hebben op hun kinderen.
Wanneer kinderen dus geplaatst zijn, zouden ouders zich aan hun aansprakelijkheid kunnen ontrekken door aan te tonen dat zij op dat moment geen toezicht konden uitoefenen op hun kinderen waardoor ze dus op dat moment ook niet konden ingrijpen om te verhinderen dat hun kinderen schade veroorzaakten of schulden maakten. Ze zullen wel moeten aantonen dat ze hun kinderen een goede opvoeding gaven want dat is de tweede vereiste om aansprakelijkheid te ontlopen als ouders.
[Kinderrechtswinkel]
Artikel 1384, lid 2 B.W. stelt jegens de vader en de moeder een weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid in. De aansprakelijkheid kan weerlegd worden door het bewijs te leveren dat de feiten die aan de grondslag liggen van de schade niet het gevolg is van een gebrek aan toezicht of een tekortkoming in de opvoeding van hun minderjarig kind. Vanzelfsprekend kan daarnaast ook overmacht worden ingeroepen (Cass. AR 8308, 23 februari 1989).
Op de vraag of de aansprakelijkheid ook geldt ten aanzien van de ontvoogde minderjarige en de verlengde minderjarigen bestaat verdeeldheid in de rechtsleer
Vanaf de meerderjarigheid kan de jongere zelf worden gedagvaard in betaling van deze schulden. Zolang de jongere minderjarig is zullen zijn ouders als wettelijk vertegenwoordigers en beheerders van het vermogen van de minderjarige kosten kunnen betalen vanuit het vermogen van de minderjarige. De ouders moeten daarbij steeds in het belang van de minderjarige handelen.
[Jeugdrecht]
Het basisidee is dat de minderjarige wordt ingeschreven op het adres waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft, zijnde de plaats waar hij effectief verblijft gedurende het grootste gedeelte van het jaar. Dit is dus een louter feitelijke aangelegenheid. De hoofdverblijfplaats wordt vastgesteld op grond van objectieve materiële of feitelijke gegevens, en niet in functie van afgelegde verklaringen of het akkoord van de ouders of één van hen om op een bepaald adres te worden ingeschreven in de bevolkingsregisters.
Minderjarigen die, met toepassing van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming of de regelgeving inzake de bijzondere jeugdbijstand, in een instelling (vb. een jeugdinstelling, een MPI, …) zijn geplaatst, kunnen gedurende hun verblijf in deze instelling als tijdelijk afwezig worden beschouwd op het adres waar zij staan ingeschreven, dit op voorwaarde dat zij nog regelmatig contact onderhouden met de perso(o)n(en) op wiens adres zij nog ingeschreven staan. Indien de betrokken minderjarigen, gedurende zijn verblijf in de instelling, evenwel geen contacten meer blijkt te onderhouden met de perso(o)n(en) op wiens adres hij staat ingeschreven, dient hij te worden ingeschreven op het adres van de instelling waar hij werd geplaatst. (nr.76 Administratieve onderrichtingen - najaar 2014)
Het domicilie dat niet bij de ouders staat heeft vooral voor hen financiële gevolgen ( ten laste zijn van het kind,...), maar zij blijven wel het ouderlijk gezag dragen, blijven onderhoudsplichtig en aansprakelijk voor het kind.
[bron: Steunpunt Jeugdhulp]
Meer informatie vind je ook terug bij
FOD Binnenlandse Zaken: De inschrijving van niet-ontvoogde minderjarigen