Twee wettelijk samenwonenden, de vrouw breekt de wettelijke samenwoning eenzijdig. Er moet een akkoord worden gezocht over een samen aangekocht onroerend goed (50/50 eigendom), en over de omgangsregeling van de kinderen.
Meneer kan (financieel) en wil de gezinswoning niet inkopen, mevrouw wil dat wél en kan het ook. Meneer dreigt er mee dit niet te zullen toestaan (er is immers geen voorkooprecht) zonder enige motivatie. Meneer kan tijdelijk ergens anders terecht, mevrouw niet (tenzij aankoop/huur andere woning). Het zou ook het wegnemen zijn van een stabiel gegeven voor de kinderen.
De vraag: kan meneer de vraag tot aankoop van de woning weigeren? En wat gebeurt dan met de woning? Openbare verkoop? (Met een serieuze minprijs voor beide partijen kan ik me voorstellen) Kan een gerechtelijke procedure helpen om mevrouw toch de woning te laten inkopen (met andere woorden: hoe kan een familierechter hierover oordelen?) ?