Eenzijdig wijzigen schoolvak

Hutselpot
Topic Starter
Berichten: 38
Juridisch actief: Nee

Eenzijdig wijzigen schoolvak

#1 , 18 mei 2017 08:23

De ex heeft vorig schooljaar zonder overleg de zoon (toen vierde leerjaar) van godsdienst naar zedenleer laten overgaan met als excuus dat de zoon het niet kon vonden met de juffrouw.
We hebben beiden ouderlijk gezag.
Zal ik de directeur een beleefd mailtje sturen dat indien er nogmaals de intentie is iets gelijkaardigs te doen (dochter gaat daar ook naar school) ik verwittigd moet worden?
Hoe zou ik dit schrijven het best opstellen? De ex geeft daar ook enkele uurtjes per week les en ik zou niet willen dat het overkomt alsof ik wil dat ze daar haar lesuren kwijtspeelt.

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
basejumper
Berichten: 4615
Locatie: Diest

#2 , 19 mei 2017 18:14

Beste

zie onderstaande.
Best is dat u beleefd een communicatie doet aan directie waardoor deze weet hebben van mogelijke onenigheid tussen de ouders. vanaf dat ogenblik zal de school de inzichten van beide ouders vragen voor elke belangrijke besli

http://www.ericdecorte.be/blog/wat-doen ... choolkeuze

Correcte informatie verstrekken is essentieel en één van de taken van een goede bemiddelaar. Deze informatie is bedoeld om het wettelijk kader te schetsen voor het geval een ouder toch tegen de zin in van de andere ouder een schoolkeuze zou maken of het kind van school zou veranderen.
Daarom is het goed om weten dat art 373 eerste lid van het burgerlijk wetboek stelt dat de ouders samen het gezag over de persoon van het kind uitoefenen. Artikel 374 eerste lid van het burgerlijk wetboek stelt bovendien dat ook de ouders wanneer zij niet langer samenleven in beginsel het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen. Ten aanzien van derden te goeder trouw wordt elke ouder afzonderlijk geacht te handelen met instemming van de andere ouder wanneer deze een handeling stelt die met het ouderlijk gezag verband houdt zie artikel 373 tweede lid burgerlijk wetboek.

Het spreekt voor zich dat een school mag veronderstellen dat een ouder die een kind inschrijft de instemming van de andere ouder heeft, althans voor zover de school te goeder trouw handelt en geen kennis heeft van enige onenigheid.
Echter, van zodra de school kennis heeft van een onenigheid tussen de ouders, dient zij de gezamenlijke instemming van de beide ouders te hebben bij de inschrijving. Bij gebreke hieraan kan ze niet overgaan tot inschrijving en zullen de ouders zich dienen te wenden tot de jeugdrechter. Ter zake kan de jeugdrechter beslissen waar het kind dient ingeschreven te worden, dan wel het ouderlijk gezag volledig toekennen aan een van de ouders, dan wel een deel van het ouderlijk gezag, bijvoorbeeld de schoolkeuze toekennen aan een van beide ouders.

Als nu een ouder een kind inschrijft in een school zonder melding te maken van enige betwisting ter zake met de andere ouder wordt de school erna geconfronteerd met de betwisting van de inschrijving door de andere ouder. In deze gevallen blijft de leerling principieel ingeschreven in de school die hem of haar ter goeder trouw inschreef. De ouder die hiermee niet akkoord gaat dient dan een vordering in te stellen voor de jeugdrechtbank waarnaar de beslissing van de jeugdrechtbank door elke betrokken school dient gerespecteerd te worden.
De ouder die evenwel niet akkoord gaat met de inschrijving in een bepaalde school, zou nu het kind in een tweede school kunnen inschrijven. De vraag die dan onmiddellijk dient gesteld te worden is of deze tweede school al dan niet ten goede trouw handelde. Indien de tweede school bij de inschrijving ten goede trouw er van uitging dat de inschrijving gebeurde met instemming van beide ouders bekomt de inschrijving in de tweede school voorrang en zal het kind dus in de tweede school de lessen moeten volgen waarbij de eerste school het dossier van de leerling aan de tweede school dient over te maken. Ingevolge de kennisgeving die de eerste school ontving, kan zij niet meer haar goeder trouw inroepen. Vanzelfsprekend kan dan de ouder die het kind heeft ingeschreven in de eerste school zich wenden tot de jeugdrechtbank.

Als ouders het niet eens geraken en om dergelijke scenario’s te vermijden is het dus aangewezen dat een ouderschapsbemiddelaar beide ouders helpt om tot een vergelijk te komen. Bemiddelen kan echter maar als beide partners dit willen en ze bereid zijn samen naar een oplossing te werken.
Uit zelfbeheersing groeit de Kracht.
Zelfkennis brengt ons tot Wijsheid.
Zelfvervolmaking leidt ons tot Schoonheid.


Reclame

Terug naar “Echtscheiding”