Nee, dat moet niet in een EOT. Dat staat nergens omschreven, want in dit geval is het een niet-onvoorziene schoolkost.
Het kwam
hier ook als eens eerder aan bod.
Het is ook geen buitengewone uitgave. Dat is het pas als alle gewone kosten door dergelijke uitgave zouden overschreden worden.
(Stel dat de maandelijkse onderhoudsbijdrage 300 euro bedraagt, dan kan een uitgave van 250 euro een buitengewone kost zijn)
Het 'gratis' (*) theoretisch rijbewijs, dat in voege ging in 2007, wordt definitief afgeschaft vanaf september 2018. De Vlaamse Overheid vindt het 'niet haar taak om jongeren naar de auto te leiden'. Vanaf 17 jaar kan je het theoretische examen afleggen.
(*) (factuur rijlessen + factuur examencentrum) – 20 euro per leerling = bedrag dat de school terugbetaald krijgt.
Voor BuSO-scholen komt daar nog maximaal 10,60 euro per leerling bij voor handboeken.
Scholen mogen ervoor kiezen om de kost te dragen of om dit in de schoolfactuur te verwerken.
Leerlingen die twee keer niet slaagden op hun theoretisch rijexamen moeten 12 uur les volgen bij een erkende rijschool voordat ze het examen opnieuw mogen afleggen. De uren in het kader van Rijbewijs op School worden gegeven door een erkende rijlesgever, maar worden niet erkend als officiële uren. De kostprijs voor die cursus bedraagt 120 euro + 30 euro administratiekosten.
[Bron: Rijbewijsopschool.be]
Voorlopig is het theoretisch rijbewijs behalen onderdeel van de schoolmaterie en valt onder de gewone schoolkosten.
Maar een theoretisch rijbewijs kun je evengoed buiten de schoolse activiteiten behalen (net zoals vroeger).
Vanaf september 2018 (en vóór 2007) dus wordt het behalen van een (voorlopig) rijbewijs niet langer beschouwd als gewone onderhoudskost.
Het is aan de ouders en hun kind om dan te overleggen hoe het verder moet. Een opleiding praktisch rijbewijs kost als gauw tussen 400 en 1500 euro.
Met het invoeren van de wettelijke definitie van onderhoudskosten voor kinderen op 19 maart 2010 werd het duidelijk dat sommige kosten niet langer als buitengewoon kunnen worden beschouwd. Zo kunnen bijvoorbeeld de uitgaven in verband met het behalen van een rijbewijs bezwaarlijk aanzien worden als voortvloeiend uit een toevallige of ongewone gebeurtenis. Hetzelfde geldt voor GSM-kosten, kosten in verband met alledaagse kledij, maandelijkse internetkosten,het zakgeld van de kinderen enzoverder. Volgens P. Senaeve over "Onderhoudsgelden voor kinderen en tussen ex-echtgenoten" vallen gewone schoolkosten van het kleuter-, lager en middelbaar onderwijs, kosten van een gewone huisarts-of tandartsconsultatie en kosten van geneesmiddelen die zonder doktersvoorschrift kunnen verkregen worden duidelijk niet langer onder buitengewone kosten.
De vraag stelt zich of ouders van deze wettelijke definitie kunnen afwijken in hun familierechtelijke overeenkomst. (i.c. EOT)
Volgens G. Verschelden in "“De wet van 19 maart 2010 ter bevordering van een objectieve berekening van
kinderalimentatie”" is het antwoord hierop positief. Ouders mogen in hun regeling met betrekking tot de onderhoudsbijdragen voor hun gemeenschappelijke kinderen de buitengewone kosten ruimer, maar niet beperkter dan de wettelijke definitie omschrijven op voorwaarde dat de overeenkomst niet strijdig is met de belangen van die kinderen.
Indien een geldelijke bijdrage werd overeengekomen, is het aanbevolen dat ouders een gedetailleerde regeling uitwerken met betrekking tot de betalingsmodaliteiten hiervan.
Naast de hoogte van de bijdrage voor de kinderen dient men ook de plaats, het tijdstip en de wijze van betaling te bepalen in de familierechtelijke overeenkomst.
[bron:
Een analyse van bedingen uit de familierechtelijke overeenkomst.]
.