#2 , 01 mar 2006 09:38
Art. 24. ? 1. De partij die een beroep doet op de erkenning van een buitenlandse rechterlijke beslissing, of de uitvoerbaarverklaring ervan vordert, moet de volgende stukken overleggen :
1? een uitgifte van de beslissing die volgens het recht van de Staat waar zij is gewezen, voldoet aan de voorwaarden nodig voor de echtheid ervan;
2? in geval van een verstekbeslissing, het origineel of een voor eensluidend verklaard afschrift van het document waaruit blijkt dat het stuk dat het geding heeft ingeleid of een gelijkwaardig stuk volgens het recht van de Staat waar de beslissing is gewezen aan de niet verschenen partij is betekend of ter kennis gebracht;
3? enig document op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de beslissing, volgens het recht van de Staat waar zij is gewezen, uitvoerbaar is en betekend of ter kennis gebracht is.
? 2. Bij gebreke van overlegging van de in ? 1 vermelde documenten kan de rechter een termijn voor de overlegging ervan bepalen, of gelijkwaardige documenten aanvaarden of, indien hij zich voldoende voorgelicht acht, van overlegging vrijstellen. (16 juli 2004,Internationaal Privaatrecht)