JuridischForum.be

Mijn echtegoote en ik bezitten een huis. Nu we gaan scheiden. Ik koop haar deel over. Moet ik 1% inschrivings recht betalen op de totale bedrag van het huis of enkel op het bedrag dat ik haar terug betaal?
Alvast dank voor U antwoord.

U dient 1 % te betalen op de totale waarde van de woning

?Art.45.Het recht wordt vereffend :ten aanzien van de verkopingen, op het bedrag van bedongen prijs en lasten...Art.109.Het recht wordt op 1 pct vastgesteld voor:2?.de afstanden onder bezwarende titel,onder medeeigenaars,van onverdeelde delen in onroerende goederen...?(Wetboek Registratierechten 30 november 1939).

De ?bedongen prijs? is niet de waarde van het hele huis maar wel de koopprijs van het deel dat u koopt.

Ga volledigheidshalve naar http://www.fisconet.fgov.be/

Euh... Mr Demoor... bij mij was het toch 1% op de hele waarde van het huis hoor, niet alleen op de helft die al mijn eigendom was

zie artikel 110 :

Voor de goederen waarvan de akte de onverdeeldheid doet ophouden onder al de mede?igenaars, wordt het recht vereffend op de waarde van die goederen.

Dus 1% op de totale waarde van de woning

AAN DE FORUMBEHEERDERS

Zou het geen goed idee zijn om op 1 of andere manier te kennen te geven of diegene die een reactie schrijft, al dan niet juridisch geschoold is?

Dit zou het makkelijker maken op de caf?praat van uw waardevolle adviezen te kunnen onderscheiden

Bedankt

CCDM

?Art.110.Voor de goederen waarvan de akte de onverdeeldheid doet ophouden onder AL de mede?igenaars, wordt het recht vereffend op de waarde van die goederen.Voor de goederen waarvan de akte de onverdeeldheid niet doet ophouden onder al de mede?igenaars, wordt het recht vereffend op de waarde der afgestane delen.?(Wetboek Registratierechten 30 november 1939).

?Ik koop haar deel over? houdt hier in dat de koopakte de onverdeeldheid onder AL de mede?igenaars doet ophouden.

Zoals odonelp terecht opmerkt is dan art.110,(alinea 1) van toepassing en niet zoals ik in mijn vorig bericht schreef art.109 samen met art.45(=art.110,alinea 2).

Hierbij rijst echter de vraag of het Grondwettelijk Hof deze regeling bij gelegenheid niet als een schending van art.10 en 11 Grondwet(=gelijkheidsbeginsel) zal beschouwen.

Ik vergelijk de GELIJKTIJDIGE verkoop door de oudste twee aan de jongste van drie erfgenamen van hun deel in het ouderlijk huis,met diezelfde SUCCESSIEVE verkoop.

Bij GELIJKTIJDIGE verkoop doet de akte de onverdeeldheid ophouden onder AL de mede?igenaars,zodat het recht vereffend wordt op de waarde van die goederen=3/3 van de waarde van die goederen.

Bij SUCCESSIEVE verkoop doet alleen de laatste akte de onverdeeldheid ophouden onder AL de mede?igenaars,zodat het recht dan vereffend wordt op de waarde van die goederen.Bij de voorgaande verkoop doet de akte de onverdeeldheid NIET ophouden onder AL de mede?igenaars,zodat dan het recht vereffend wordt op de waarde van het afgestane deel,zijnde 1/3.Samen worden hier dus rechten vereffend op 1/3 + 3/3 = 4/3 van de waarde van die goederen.