#1 , 12 jan 2007 14:03
Naar aanleiding van misbruik van mijn ex van de kinderrekening (die we gemeenschappelijk beheren) en alle wantoestanden daaromtrent, richtte ik via mijn advocaat een verzoekschrift aan de vrederechter. Ik vraag daarin om -gezien de problemen- alleen de kinderrekening te mogen beheren. Tevens vraag ik in naam van de kinderen het ontvreemde geld terug. Voor al die dingen heb ik naar mijn mening en die van mijn advocaat sluitende bewijzen. Vandaag ben ik bijna misselijk geworden van de besluitvorming van de tegenpartij. Ze draaien de zaak zo om dat ik de schuldige lijk, de tekst staat vol laster, er staan zelfs flagrante leugens en aantijgingen in. Mijn advocaat stelt me gerust dat de vrederechter best wel het onderscheid ziet tussen bewijzen en geschrijf, maar ik voel me er niet gerust op. Wij mogen nogmaals onze besluiten formuleren. Nu is mijn vraag, heeft mijn advocaat gelijk door niet de hysterische, lasterlijke toer op te gaan, maar nuchter bij de feiten te blijven? Of heeft hevige grootsprekerij zoals van de tegenpartij toch effect op iemand als een vrederechter...