#3 , 30 jun 2011 10:20
“Art.7.§ 1. Iedereen die zijn hoofdverblijfplaats wil vestigen in een gemeente van het Rijk of deze wil overbrengen naar een andere gemeente van het Rijk MOET dit aangeven aan het gemeentebestuur van de gemeente waar hij zich komt vestigen...Art.16.§ 1. De bepaling van de hoofdverblijfplaats is gebaseerd op een FEITELIJKE situatie, dat wil zeggen de vaststelling van een effectief verblijf in een gemeente gedurende het grootste deel van het jaar. Deze vaststelling gebeurt op basis van verschillende elementen, met name de plaats waarheen de betrokkene gaat NA zijn beroepsbezigheden, de plaats waar de kinderen naar school gaan, de arbeidsplaats, het energieverbruik en de telefoonkosten, het gewone verblijf van de echtgenoot of van andere leden van het huishouden.…”(16 JULI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister).
“Art.7.De overtredingen van de voorgaande artikelen, van de besluiten tot uitvoering ervan en van de in artikel 5 bedoelde gemeentelijke verordeningen worden gestraft met een geldboete van zesentwintig tot vijfhonderd (euro)...”(19 JULI 1991. - Wet betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen).
‘een geldboete van zesentwintig euro’ houdt in dat het een wanbedrijf betreft.
“Art.229.§ 1. De echtscheiding wordt uitgesproken wanneer de rechter vaststelt dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is...§3. De onherstelbare ontwrichting bestaat ook wanneer de aanvraag wordt gedaan door één enkele echtgenoot na meer dan één jaar feitelijke scheiding...”(Burgerlijk Wetboek).
Die feitelijke scheiding kan blijken uit een woonstattest van de bevolkingsdienst
“Art.1256.Op ieder ogenblik kunnen de partijen de rechter verzoeken hun overeenkomsten te homologeren over de voorlopige maatregelen met betrekking tot de persoon, het levensonderhoud en de goederen van de echtgenoten of van hun kinderen. Hij kan weigeren de overeenkomst te homologeren als deze duidelijk in strijd is met het belang van de kinderen. Bij gebrek aan een overeenkomst of in geval van een gedeeltelijke overeenkomst wordt de zaak, op verzoek van één van de partijen, verwezen naar de eerst nuttige zitting van de zaken in kort geding...”(Gerechtelijk Wetboek).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/