#4 , 10 jun 2011 11:25
‘Het mandaat geldt enkel "vóór alle gerechten"(art.440 Ger.W.) en niet elders. Meer in het bijzonder geldt het niet om in naam van cliënt en voor diens rekening welke bedragen ook(inbegrepen rechtsplegingsvergoedingen) in ontvangst te nemen‘(Art.1239 B.W.;zie ook DEKKERS,R.,Handboek Burgerlijk Recht,II,Gent Standaard 1971,nr.514).
‘Het mandaat ad litem van de advocaat doet geen vermoeden ontstaan dat hij met een omvangrijker mandaat gelast is.Buiten de gerechtszaal is de advocaat niet langer de wettelijke lasthebber van zijn cliënt maar wel een lasthebber van gemeen recht,zodanig dat elke opdracht die hij uitvoert een bijzonder karakter vertoont waarvan het bewijs,in tegenstelling met het mandaat ad litem,niet langer geleverd wordt door zijn enkele verklaring,maar door een duidelijke en bijzondere akte. Diegene die beweert dat een advocaat buiten zijn mandaat ad litem,tevens gelast is met een mandaat ad negotia,moet hiervan het bewijs leveren‘,(Brussel 29 november 1994,Pas. 1995,II,5).
'Het mandaat ad litem betreft uitsluitend de procedurehandelingen. Daarbuiten is de advocaat niet langer de mandataris van zijn cliënt. Een ingebrekestelling gericht aan de advocaat van een schuldenaar kan niet aan deze laatste worden tegengeworpen als de advocaat geen bijzonder mandaat had om dergelijke brieven te ontvangen',(Luik 29 juni 1990,R.R.D. 1991,63).
U bent echter vrij uw advocaat met de invordering van de u verschuldigde bedragen te belasten.
Inzake de factuur van uw advocaat aan u geldt :
‘De advocaat die in rechte de betaling van zijn ereloonstaat vordert,moet zijn vordering op gedétailleerde wijze staven‘(Vred.St.Gilles 16 april 1987,T.Vred. 1988,252).
'Gedétailleerd' betekent:"De omschrijving van het geleverde moet zo nauwkeurig zijn dat ze de tegenpartij toelaat om te verifiëren of wat haar werd gefactureerd beantwoordt aan wat zij bestelde en wat haar werd geleverd"(CLOQUET,A.,Factuur,p.111,nr.250,in A.P.R.)
‘Zoals elke schuldeiser behoort het een advocaat die in rechte aanspraak maakt op vergoeding van zijn staat van kosten en ereloon,zijn prestaties te bewijzen en dit met inbegrip van o.m. de gegevens omtrent de aard van zijn prestaties en hun omvang,de graad van ingewikkelheid en het resultaat,de vermogenstoestand van de cliënt en de bekendheid van zijn advocaat,dit krachtens de beginselen vastgelegd in art.1315 B.W. en 870 Ger.W..Het beroepsgeheim kan geen beletsel zijn voor het niet-overleggen van het volledig dossier‘(Gent 20 januari 2000,Juristenkrant 2001-25,9)
‘De advocaat die ambtshalve zijn erelonen afhoudt van de fondsen (zoals de rechtsplegingsvergoeding) verschuldigd aan zijn cliënt,zonder enig voorafgaand akkoord,komt tekort aan de plicht van kiesheid’(Bergen 15 februari 2000,J.L.M.B. 2001,422,noot BUYLE,J.)
‘Van een advocaat mag verwacht worden dat hij nagaat waarop de bedragen die hij van zijn derdenrekening ontvangt betrekking hebben en dat hij de bestemming ervan respecteert. Het morele bestanddeel van het misdrijf van misbruik van vertrouwen bestaat in de bedoeling van de dader om zich de hem toevertrouwde zaken toe te eigenen of ze aan de eigenaar te onttrekken en er aldus als eigenaar over te beschikken‘[Antwerpen 5 maart 2001(O.M. t. De R.),R.W.2002-03,824-825(Cass. 19 juni 2001 verwierp voorziening].
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/