De hele afhandeling, ook gerechtelijk van een echtscheiding EOO is mij vrij duidelijk. Het gaat om het wettelijk stelsel.
Maar tussen de feitelijke scheiding, in mijn geval 30/11/2008, de aanvraag tot scheiding bij de rechtbank (1/10/2009) en de uitspraak van de scheiding (1/12/2010) is een hele periode waarin er nog wel een huwelijk was. Tijdens die periode zijn wij beiden onafhankelijk met onze middelen omgesprongen, hij heeft ze oa. gebruikt aan reizen en ontspanning (is zijn goed recht), ik heb de leningen verder betaald omdat hij dat niet doet en een aantal zaken van de huwelijksgemeenschap verder beredderd. Hij is blijven wonen in de gezinswoning. Zijn vriendin is bij hem komen inwonen en oefent haar zelfstandig bijberoep van daar uit. Of ze er ingeschreven is weet ik niet, doet er ook niet toe, maar hij geeft haar in ieder geval woonst.
Ik tracht te achterhalen
a/ of er ook een afrekening komt van de periode voor echtscheiding
b/ of die periode nu loopt tot de aanvraag dan wel tot de datum van scheiding
c/ of de inkomsten en uitgaven van die periode verrekend worden en hoe
Ik maak voorlopig wat betreft c/ volgende rekening met fictieve getallen
1 mijn inkomsten uit wedde zijn gekend over x maanden (stel 30.000€) vermeerderd met bedrijfsopbrengsten
(stel 25.000€)
2. zijn inkomsten uit wedde zijn gekend over dezelfde x maanden (stel 54.000€)
3. mijn uitgaven uit diezelfde periode kan ik aantonen en daarin zijn vervat het aflossen van de leningen (10.000€) en de bedrijfskosten (10.000€). De lening is evenwel ook voor zijn rekening maar die betaalt hij niet.
4. ik neem een gelijk getal voor levensonderhoud, gevolg het verschil in inkomen blijft hetzelfde
5. ik ga uit dat hij een inkomen extra geniet door het ter beschikking te stellen van bedrijfsruimte in de voormalig echtelijke woonst maar kan dat niet direct bewijzen (stel 1000 €)
Als BW 213 wat ondermeer de verplichting tot hulp gebiedt en
Ger. W 1278/2 wat zegt dat wat betreft de hulpverplichting niet retroactief wordt tenietgedaan tot op de dag waarop de eerste vordering tot echtscheiding is ingesteld en
BW 221 wat stelt dat ieder naar vermogen bijdraagt tot het huwelijk
in acht worden genomen
dan maakt mijn advocaat volgende berekening:
inkomsten man
54.000 + 1.000 = 55.000€ (in het slechtste geval 49.000€)
inkomsten vrouw
30.000 + 25.000 - 10.000 = 45.000€
samen 100.000€
gedeelte man 55.000/100.000=55%
gedeelte vrouw: 45%
verrekening
totaal van de inkomsten: 100.000€
leningen: 10.000€
netto: 90.000€
bij te dragen naar vermogen
man: 90.000€ x 55% = 49.500€
vrouw: 90.000€ x 45% = 40.500€
verrekening:
man: 49.500€ te ontvangen - 55.000€ reeds ontvangen = 5.500€ te betalen
vrouw: 40.500 te ontvangen - 45.000€ reeds ontvangen + 10.000 leningen betaald = 5.500€ te ontvangen
Klopt deze redenering? Graag ook een argumentatie wat klopt en wat niet.
Heeft hier iemand ervaring mee? Iedere input wordt op prijs gesteld!