JuridischForum.be

A en B zijn gescheiden na een huwelijk in gemeenschap van goederen.

In VV-procedure blijkt A, reeds jaren, mede-eigenaar te zijn van een naakte eigendom.
Volgens advokaat van A dient dit uit de VV gehouden te worden, gezien hieruit geen inkomsten zouden vloeien.

B was hiervan nooit op de hoogte en vermelde dit dus niet tijdens de echtscheidingsprocedure. Diende dit overigens tijdens de VV zelf te achterhalen.

Het Burgelijk wetboek vermeldt wel:

Art. 203 § 1 “De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen”.
In Art. 203 § 2 worden de “middelen” uit §1 omschreven. Dat zijn “alle beroepsinkomsten, roerende en onroerende inkomsten van de ouders, alsook alle voordelen en andere middelen die hun levensstandaard en die van de kinderen waarborgen”.

Vragen:
1. Kan A verplicht worden om uit onverdeeldheid te treden ten voordele van de kinderen (alsook van de onderhoudsbijdrage van B)

2. Dient deze eigendom (verwerft door erfenis) effectief en volledig uit de VV gehouden te worden?
Gezien onroerend aan serieuse prijsstijgingen onderhevig was, zou de gemeenschap aldus opbrengsten worden ontzegd vanuit persoonlijk vermogen van A

Aangezien het de persoonlijke eigendom is van één echtgenoot blijven meerwaarden ook zijn eigendom.
Ze zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel, daardoor zouden de inkomsten van die eigendom gemeenschappelijk zijn, maar wegens blote eigendom zijn die er niet.
Indien een ouder het vruchtgebruik zou hebben van die blote eigendom kan er zelfs geen verkoop afgedwongen worden.

en andere middelen die hun levensstandaard en die van de kinderen waarborgen

In de gevallen van een levensverzekering en/of pensoensparen, waar het evengoed uitgestelde betalingen betreft, wordt er wel rekening gehouden in de VV (?)

Moet er aldus vanuit worden gegaan dat B de onderhoudsregeling kan laten wijzigen, na het overlijden van de ouder die vruchtgebruik heeft?

en andere middelen die hun levensstandaard en die van de kinderen waarborgen

In de gevallen van een levensverzekering en/of pensoensparen, waar het evengoed uitgestelde betalingen betreft, wordt er wel rekening gehouden in de VV (?)

Moet er aldus vanuit worden gegaan dat B de onderhoudsregeling kan laten wijzigen, na het overlijden van de ouder die vruchtgebruik heeft?

Ben geen specialist in onderhoudsuitkeringen maar in gevallen waar de hoogte van die uitkeringen kan worden aangepast in functie van gewijzigde inkomsten is het antwoord positief m.i.

Wat verzekeringen ed ivm met VV betreft hangt het antwoord af van de vraag of ze gemeenschappelijk bezit waren of slechts aan één echtgenoot toebehoorden.

wordt dus louter afwachten wat rechtbank gaat besluiten (?)

mijn dank voor uw antwoorden!