Mijn ex-man en ik zijn al vele jaren uiteen. Onze twee kinderen verbleven de eerste jaren met regelmaat bij de vader: 1 dag per week en om het andere weekend. De kinderen gingen met toenemende tegenzin omdat vader verbaal en soms ook fysiek agressief was. Met name de oudste dochter moest het ontgelden. Sedert een jaar verblijven de kinderen volledig bij mij, met nog slechts sporadisch bezoek aan vader. De vader stemde daarmee in, omdat ook hij wel inzag dat zijn botsingen met de meisjes te beschadigend waren.
Tijdens een van deze sporadische bezoeken heeft de vader in dronken bui de oudste dochter onzedelijk betast. Hiervan is een klacht neergelegd bij de politie en er loopt een strafrechtelijk onderzoek. Tijdens het verhoor kwam tevens naar voren dat de eerdere fysieke woedeuitbarstingen van vader een pak verder gingen dan een enkele tik. Een tweetal vrienden van de oudtse dochter hebben verklaringen afgelegd die het relaas van mijn oudste dochter ondersteunen cq bevestigen. Ook de jongste heeft tegenover de jeugdbrigade van de politie een verklaring afgelegd over vader's gedrag en agressie.
De vader ontkent de feiten ten stelligste en stelt dat deze zijn verzonnen. Zowel de verklaringen van mijn dochters als die van de andere getuigen zouden door mij zijn vervalst of afgedwongen of door oudste dochter zijn ontfutselt aan mensen die op haar 'verliefd' zijn.
Sinds het gebeurde weigeren de kinderen vader nog te bezoeken. De oudste is inmiddels 18 en kan niet worden gedwongen naar vader te gaan. De jongste is echter nog net geen dertien. Vader is in woede ontstoken over de klacht tegen hem, die hij absoluut ontkent. In respons eist hij nu bilocatie voor de jongste.
De jongste wil pertinent niet naar vader. Haar oudere zus ving altijd de klappen op; zonder bescherming van haar zus is mogelijk haar veilgheid in het geding.
Er zijn geen harde bewijzen van vader's handtastelijkheden en gewelddadig gedrag. Het is slechts het woord van de kinderen tegen de vader.
Als tussentijds vonnis in de zaak om de bilocatie, heeft de jeugdrechter geoordeeld dat de jongste toch een dag per week naar vader moet, met de redenering dat in aanwezigheid van vader's vriendin toch wel geen onheil zal geschieden. Voor de duidelijkheid: vader's vriendin was aanwezig tijdens enkele van de feiten en heeft deze noch gezien, noch voorkomen.
Op het ogenblik dat het tussentijds vonnis werd geveld, was de betreffende jeugdrechter weliswaar nog niet op de hoogte van het strafrechtelijk onderzoek. Desalniettemin was de rechter wel op de hoogte van de feiten, en van het feit dat mijn jongste niet naar vader wil, en van het feit dat bovendien de examenperiode net nu van start is, nu zij tegen haar wil gedwongen naar vader moet. Een ontgoochelend vonnis dus, toch voor mijn kinderen.
Binnen enkele dagen wordt mijn jongste dochter van bijna 13 door de jeugdrechter gehoord in de bilocatiezaak. Aan het einde van de maand volgt een definitieve zitting. Ik mag aannemen dat de rechter tegen die tijd tenminste op de hoogte is van het verloop van het onderzoek in de correctionele zaak.
Volgens onze advocaat komt alles aan op de verklaring die mijn joingste tegenover de jeugdrechter in persoon zal afleggen. Gezien het akelige tussentijds vonnis dat mijn kind nu dwingt naar de vader te gaan, maak ik mij zeer ernstig bezorgd over hoe de definitieve uitspraak zal luiden. Hoe groot is de kans dat zo een rechter toch waarde hecht aan wat mijn jiongtse te vertellen heeft? De oudste kan zij niet meer horen; die is immers 18.
Ik dank jullie voor je raad en inzichten.
Mijn jongste kan er niet van slapen. De huisarts heeft attest geschreven die gedwongen bezoek ontraadt