JuridischForum.be

Beste,

Ik vind op het forum niet onmiddellijk een pasklaar antwoord (misschien staat het er wel ...)

Stel :

Voor huwelijk bezit één der partners een stuk bouwgrond.
Er wordt uiteindelijk gehuwd en er wordt besloten om samen een woning op deze bouwgrond te laten bouwen.
Er is geen huwelijkscontract opgesteld en, na het ondertekenen van een hypotheeklening wordt een woning aldus gebouwd.
Er is niet mede bepaald wat, qua inbreng, de verdeelsleutel is.

De eigenaar van de bouwgrond heeft zonder onderbreking gewerkt
De partner daarentegen werkte, was werkloos, werkte halftime, werkloos, deed enkele interims, werkte fulltime, halftime en vervolgens opnieuw fulltime (voor zover dit natuurlijk interessant is om weten)
Eén jaar voordat de hypotheeklening volledig afbetaald is wordt beslist om te scheiden ...

Vraag :

Wat nu ?

Ik veronderstel dat de partner, op wiens bouwgrond - na het afsluiten van een huwelijk - de nieuwbouwwoning wordt gebouwd, full eigenaar is en blijft van de nieuwbouwwoning en dat de partner op geen enkele wijze aanspraak kan maken van mede-eigenaar ...
Nu, indertijd werd samen een bedrag van 3 000 000 Bef ontleend om de woning samen te gaan bouwen.
Bij scheiding, op wat heeft zij dan recht ? De helft van dit bedrag, welke zij mede ontleende ? Of op de helft van het bedrag van de actueel geschatte waarde van de woning (exclusief waarde bouwgrond) ?

Groeten
T

ex-partner heeft inderdaad recht op de helft van de actuele waarde van de woning (exclusief de bouwgrond) dat hij of zij werkte of werkloos was speelt absuluut geen rol wanneer men gehuwd is onder het wettelijk stelsel wordt alles in twee verdeeld, min eventuele andere inbreng zoals giften of erfenissen en schulden die tot het persoonlijk bezit van de partner behoren.

“Art.555. Indien de beplantingen, gebouwen en werken zijn tot stand gebracht door een derde met zijn eigen materialen, heeft de eigenaar van het erf het recht die voor zich te behouden...Indien de eigenaar verkiest die beplantingen en gebouwen te behouden, moet hij de waarde van de materialen en het arbeidsloon vergoeden, zonder dat de min of meer belangrijke vermeerdering der waarde, die het erf kan hebben verkregen, in aanmerking komt...”(Burgerlijk Wetboek).

De huwelijksgemeenschap(=derde) liet hier de werken uitvoeren met haar materialen,zodat daarop voornoemd art.555 van toepassing is.

Door het principe van natrekking is de eigenaar van de bouwgrond , ook eigenaar van het huis dat er is op gebouwd , ongeacht welk huwelijksstelsel.

Bij echtscheiding evenwel heeft de andere partner recht op vergoeding van de inbreng , zijnde bijdrage van 50 % in de afbetaling van de woning. Is er bovendien ook een bijdrage (inleg) buiten de lening , kan die ook gerecupereerd worden.

Van de andere kant kan de eigenaar dan weer een soortement huur vragen voor al die jaren dat de partner in het huis woonde. Het wordt waarschijnlijk een compromis.