De rechter is inderdaad verplicht bij gebrek aan akkoord onderzoek te verrichten naar de voorrang van de mogelijkheid om de huisvesting van het kind op een gelijkmatige manier tussen de ouders vast te leggen van zodra 1 ouder (met ouderlijk gezag) een 50/50 regeling vraagt. (de bilocatiewet)
Gisteren kwam prof. dr. Kruk spreken in Brussel voor een hele horde mensen die zich bezighouden met het scheidingsgebeuren. Op zijn slide 3 met titel Nieuwe ondezoeksbevindingen staat
"Bevinding #1
... en kinderen die een dergelijke regeling hadden, (noot: evenveel tijd bij beide ouders), vertoonde de beste relaties met beide ouders na scheiding. bron: (Fabricus, Family Relations, 2003)"
Uit de samenvatting van eerste IPOS onderzoeksresultaten: "Voor kinderen doet de verblijfsregeling er echter niet toe. Hun kwaliteit van leven hangt niet samen met een type verblijfsregeling, maar wel met de kwaliteit van de relatie die ze hebben met beide ouders."
... zij kwam af dat ik zwaar depressief ben en drugs gebruik en het kind te jong is voor 50/50 (week week regeling)
Als het gaat over de leeftijd van het kind. In het heel kort: Een jong kind hecht zich even sterk aan de vader als aan een moeder. Uit onderzoek (Lamb) blijkt een klein meetbaar verschil in het voordeel van de moeders als het kind jonger is dan 2. Onnodig te zeggen mij dunkt dat dit (klein meetbaar verschil) in het voordeel is van de vaders als het kind ouder is dan 2 jaar.
Wat je de rechter m.i. duidelijk moet maken is dat het gedrag van de moeder eigenlijk een aanval is op de veilige hechtingsband van het kind. Voor het latere belang van de levenskwaliteit van het kind, is die hechtingsband in straffe taal gezegd net zo belangrijk als zuurstof voor het kind. Dat pak je dus niet af, maar je zorgt ervoor dat je kind ongeremt kan ademen.
prof. Frederik Swennen kwam op een ander symposium over die bilocatiewet vorige week nog met een idee dat meer aandacht bij de rechters (of diegene die hen advizeren en dat zijn o.a. de parketmagistraten) en zijn boodschap was dat men uitdrukkelijk in een vonnis laten opnemen dat het kind in een POS (Problematische OpvoedingsSituatie) bevind bij ouder A (en dus geen POS bij ouder B) als ouder A de relatie kind-ouder B, frustreert, obstructie voert, vijanschappelijk ouderschap voert.
RR