De kortgedingrechter moet o.a. bepalen of de zaak al dan niet dringend is. Als de kortgedingrechter na het aanhoren van de pleidooien meent dat het niet dringend is, behandeld hij de zaak niet en legt dat vast in zijn beschikkig (= vonnis kortgedingrechter).
Hoe vaker de zaak uitgesteld zal worden, hoe moeilijker het meestal is om de korgedingrechter te overtuigen dat de zaak een dringende zaak is.
Als een rechter bepaald heeft dat het welletjes is, de zaak behandeld en dus ook een uitspraak doet kan één of eerdere partijen daar wel bezwaar tegen hebben maar er is dan wel een uitspraak.
Het gebeurd dat een advocaat om uitstel verzoekt, niet krijgt en als vorm van protest het dan gewoon afbolt. kortgeding is rechtspraak op tegenspraak, maar als de tegenspraak het heeft afgebolt dan kan je als burger van die advocaat eigenlijk alleen een potje huilen (omdat de advocaat het belang van zijn client de rug toe heeft gekeerd)
RR
RR ,
ik ga niet in op de vraagsteller. Van een sporadische en/of toevallige gebruiker van het forum aanvaard ik taalfouten.
Maar U , met 10 berichten per week , zou moeten opletten daarvoor. In vermeld bericht hebt U
4(vier) dt- fouten staan.
Let daarop!
Groeten.