#5 , 26 apr 2022 14:30
In Casu : Arrest van 21 januari 2011
BESLISSING VAN HET HOF
De appelrechters (Hof van Beroep te Gent) stellen vast dat :
- Op 15 september 1998 een bedrag van 19.822,50 euro werd overgeschreven van een rekening van de
overleden moeder van de eiseres naar een gemeenschappelijke rekening van de partijen;
- Op 21 oktober 1998 en op 23 oktober 1998 nogmaals 3.645,69 euro en 309,86 euro op dezelfde rekening
werd overgeschreven;
- Niet kan betwist worden dat deze gelden deel uitmaken van de nalatenschap van de moeder van de
eiseres
Zij oordelen dat de eiseres niet bewijst dat het gemeenschappelijke vermogen voordeel heeft gehaald uit deze overschrijvingen en het gemeenschappelijke vermogen bijgevolg geen vergoeding verschuldigd is aan het eigen vermogen van de eiseres.
De appelrechters die oordelen dat eigen gelden van de eiseres op een gemeenschappelijke rekening zijn gestort en de eiseres het recht op vergoeding ontzeggen, omdat zij niet bewijst dat het gemeenschappelijke vermogen voordeel heeft gehaald uit deze gelden, verantwoorden hun beslissing niet naar recht.
Het Hof vernietigt het bestreden arrest in zoverre het uitspraak doet over de door het gemeenschappelijke vermogen van partijen verschuldigde vergoeding aan het eigen vermogen van de eiseres ingevolge de stortingen van 15 september 1998 en van 21 en 23 oktober 1998.
De stortingen van eigen gelden op een gemeenschappelijke rekening geven aanleiding tot een vergoeding van de huwelijksgemeenschap aan het eigen vermogen van de stortende echtgenoot.
Om het recht op vergoeding te kunnen uitoefenen zal deze echtgenoot voldoen indien het eigen karakter van de gelden kan aangetoond worden.