#4 , 05 mar 2009 10:46
Ik ga ervan uit dat u uw dochter erkend hebt,wat inhoudt dat uw rechten en deze van de moeder gelijk zijn.
Komt u daarover niet tot een minnelijke regeling dan geldt : “Art.387bis. In alle gevallen, en onverminderd de bevoegdheid van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg...kan de jeugdrechtbank in het belang van het kind, op verzoek van beide ouders of van één van hen...alle beschikkingen met betrekking tot het ouderlijk gezag opleggen of wijzigen...”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
Dit verzoek aan de jeugdrechter gebeurt bij verzoekschrift op tegenspraak. Kopieer daartoe de tekst van art.1034ter Gerechtelijk Wetboek en gebruik deze als invulformulier.
Het enkele verlaten van de huurwoning maakt geen einde aan de huurovereenkomst van uw vriendin.
“Art.1202.Hoofdelijkheid wordt niet vermoed; zij moet uitdrukkelijk bedongen zijn.”(B.W.).
Onderzoek zorgvuldig in uw huurovereenkomst of daarin hoofdelijkheid bedongen werd.
Is hoofdelijkheid bedongen dan geldt :“Art.1251.Indeplaatsstelling geschiedt van rechtswege :...3° Ten voordele van hem die, met andere of voor anderen tot betaling van een schuld gehouden zijnde, er belang bij had deze te voldoen...”(B.W.).
U kan dan wat u meer dan de helft van de huur betaalde verhalen op uw vriendin.
Is in uw huurovereenkomst geen hoofdelijkheid bedongen,betaal dan slechts de halve huur.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/