Eerste kwartaal van 2020 ben ik feitelijk gescheiden van mijn ex vrouw. Na een slepende procedure is scheiding eind vorig jaar eindelijk in de registers ingeschreven. We zijn nu aangekomen bij de verdeling van de woning. Ik wil graag in de woning blijven en er is afgesproken dat ik haar zal uitkopen. Echter, de uitkoopsom is ivm de gestegen huizenprijzen erg hoog uitgevallen. Nu twijfel ik of zij recht heeft op de helft huidige waarde. Dit gezien zij de scheiding stagneerde.
Verloop:
Derde kwartaal van 2020 heeft mijn ex aangegeven dat ik een verzoekschrift van haar advocaat zou ontvangen. Tussentijds heb ik meermaals gevraagd wanneer ik het kon verwachten zodat de scheiding spoedig kon worden ingeleid. Zij gaf tot 5 keer toe aan dat verzoekschrift nagenoeg af was en het zou het naar mijn advocaat worden verzonden. Maar dit gebeurde nooit. In het voorjaar van 2021 heb ik daarom zelf het verzoekschrift laten opstellen.
Nu is eind 2021 het huis pas getaxeerd en gezien de gestegen huizenprijzen is het bedrag veel hoger dan het eind 2020/begin 2021 zou zijn geweest. De huizenprijzen zijn juist vanaf dat moment sterk gestegen. Ik vermoed dat zij bewust geen verzoekschrift toestuurde omdat juist op dat moment de prijzen in de lift zaten.
Is het terecht dat ik over de prijs wil onderhandelen? Geven haar loze toezeggingen grond om de peildatum te verleggen naar het verleden?
Ik hoor heel graag van u.
Vriendelijke groeten Silvester