#7 , 05 jan 2020 18:49
Hieronder het laatste deel, ik heb het stuk ivm de bijzondere kosten eruit gelaten
“De rechtbank dient vast te stellen dat mevrouw het bewijs niet levert dat de dochter ten tijde van de regelingsakte en de echtscheiding gelijkmatig bij elke ouder verbleef en/of dat dit aan de basis lag voor de financiële regeling. Het gegeven dat er geen onderhoudsbijdrage werd bepaald bewijst dit op zich niet. Zo blijken partijen gelijkwaardige inkomsten te hebben en genoot mevrouw bepaalde financiële voordelen, zoals het fiscaal voordeel, en de kinderbijslag. Uit de - overeenstemmende - verklaring van partijen ter zitting blijkt dat de dochter op het ogenblik van de overeenkomst al meer bij moeder verbleef.
Overeenkomsten strekken partijen tot wet. Bij gebreke aan bewijs van ingrijpende omstandigheden die van aard zijn een herziening van de financiële regeling te rechtvaardigen wordt de vordering tot het bekomen van een onderhoudsbijdrage afgewezen.
Beide partijen vorderen een meer precieze omschrijving van de buitengewone kosten, dewelke beperkt werden omschreven in de regelingsakte. Ter zitting verklaren partijen zich akkoord de verdeling van de bijzondere kosten aan te passen zoals hiernabepaald.
Gezien de aard van het geding wordt beslist de rechtsplegingsvergoeding tussen partijen om te slaan en elke partij te veroordelen tot de helft van de overige gemaakte gedingkosten.
OM DEZE REDENEN
DE RECHTBANK
Rechtdoende op tegenspraak
Verklaart de vorderingen ontvankelijk en gegrond zoals hierna volgt.
Zegt dat de regelingsakte verleden voor notaris … als volgt wordt gewijzigd :
Veroordeelt beide partijen tot betaling van de helft van de buitengewone kosten voor hun dochter, Jessica Voet, volgens volgende omschrijving en modaliteiten.
De buitengewone kosten zijn beperkt tot de volgende kosten:
…
Wijst het meer en andersgevorderde af.
Slaat de rechtsplegingsvergoeding tussen partijen om en veroordeelt verder elke partij tot de helft van de gedingkosten,
Aan de zijde van partijen begroot op 60 euro rolrecht en 40 euro bijdrage begrotingsfonds”