wettelijk samenwonende, zonder eigenaar van de gezinswoning

sasja
Topic Starter
Berichten: 1
Juridisch actief: Nee

wettelijk samenwonende, zonder eigenaar van de gezinswoning

#1 , 22 dec 2019 11:44

Onze relatie loopt spaak.
Vertrouwen op ...

Maar wat nu ...
Ik ben geen eigenaar van de gezinswoning, ik heb geen andere eigendom buiten een bouwgrond, samen met de 'ex'

Kan hij mij de woning doen verlaten, nu of op latere termijn?

Ik heb een kind en mijn zelfstandige activiteit vind plaats in deze woning.


Sasja

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
basejumper
Berichten: 5171
Locatie: Diest

#2 , 22 dec 2019 12:37

Beste


U kan in overleg of mits voorleggen aan de familierechtbank voorlopige maatregelen bekomen omtrent verschillende zaken hangende een definitieve regeling.
Indien u geen eigenaar bent is het evident dat u op termijn de woning moet verlaten. Voorlopige maatregelen kunnen u de nodige tijd geven om dat te regelen.
Uit zelfbeheersing groeit de Kracht.
Zelfkennis brengt ons tot Wijsheid.
Zelfvervolmaking leidt ons tot Schoonheid.

nicky54
Berichten: 218

#3 , 22 dec 2019 16:10

Bij gebreke aan een onderlinge regeling, kunnen de wettelijk samenwonende partners zelf bepalen welke maatregelen zij aan de familierechtbank voorleggen.
De familierechtbank zal vervolgens een voorlopige regeling opleggen omtrent de bestaande discussiepunten en desgevallend het akkoord over welbepaalde (andere) punten bekrachtigen.

De familierechtbank kan deze maatregelen slechts uitspreken voor een duurtijd van maximaal 1 jaar.
Een vordering tot het bekomen van deze maatregelen dient uiterlijk binnen de 3 maanden na de beëindiging van het samenwonen te worden ingesteld.

In een arrest van 6 december 2018 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de beperking van de duurtijd een schending uitmaakt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, zodat de familierechtbank ook in deze situatie maatregelen kan bevelen voor een langere periode dan één jaar (zoals bij gehuwden).

Het is nog even afwachten op de concrete gevolgen van dit arrest, maar er mag nu wel al gesteld worden dat men zich niet langer automatisch zal kunnen beroepen op de geldigheidsduur van maximaal één jaar.
Een goede motivering van de gevraagde vorderingen én de duurtijd bij het verzoek aan de familierechtbank, is dan ook zeer belangrijk.

Reclame

Terug naar “Echtscheiding”