#4 , 03 dec 2019 12:59
Zie in deze ook het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 87/2008, 27.05.2008:
B.5.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om de onrechtvaardigheid weg te werken ten aanzien van de onderhoudsplichtigen die geconfronteerd werden met een vonnis waarin hun plots met terugwerkende kracht een onderhoudsgeld of een hoger onderhoudsgeld werd opgelegd. Laatstgenoemde categorie van onderhoudsplichtigen beantwoordde immers niet aan de voorwaarde van « regelmatigheid »in artikel 104, 1°, van het WIB 1992.
Het was echter geenszins de bedoeling om de fiscale aftrekbaarheid toe te staan van betaalde onderhoudsgelden waartoe de onderhoudsplichtige werd veroordeeld door een vonnis dat hij niet of laattijdig heeft uitgevoerd. De achterstalligheid mag ingeen geval te wijten zijn aan de nalatigheid van de onderhoudsplichtige zelf.
B.5.3. Het kan in redelijkheid worden verantwoord dat geen enkele betaalde onderhoudsbijdrage mag worden afgetrokken van het netto-inkomen van de onderhoudsplichtige, wanneer die uitkering betaald wordt na het belastbare tijdperk waarop het betrekking heeft, omdat de onderhoudsplichtige heeft nagelaten de gerechtelijke beslissing die hem veroordeelde tot betalen uit te voeren.
Wanneer daarentegen een gerechtelijke beslissing het bedrag van het onderhoudsgeld bepaalt of verhoogt met terugwerkende kracht is het verantwoord de aftrek ervan toe te staan, omdat, in dat geval, de onderhoudsplichtige de beslissing uitvoert die zijn onderhoudsplicht bepaalt.
Het in alle gevallen aftrekbaar maken van achterstallige onderhoudsgelden zou het doel van de wetgever voorbijschieten en bovendien strijdig zijn met de bestaansreden van het onderhoudsgeld. Het onderhoudsgeld is immers een bestaansmiddel dat van nature bijdraagt tot de dagdagelijkse behoeften van de onderhoudsgerechtigde, waardoor het noodzakelijkerwijze tijdig dient te worden betaald.
------------------------------------------------------------------------
wat baat kaars en bril, als de uil niet zien en lezen wil.