#3 , 04 okt 2019 16:29
Vanaf 1 september 2014 is de familierechtbank tevens bevoegd voor geschillen tussen (en in verband met) wettelijke samenwonenden.
Net zoals voor gehuwden het geval is, bestaat ook voor wettelijk samenwonenden een primair stelsel waarin de rechten en plichten van de samenwoners beschreven staan (Artikel 1477 B.W.).
Meer bepaald werden de volgende bepalingen overgenomen uit het huwelijksvermogenrecht :
- De bescherming van de gezinswoning;
- De bijdrage in de lasten van het huwelijk;
- De hoofdelijke aansprakelijkheid voor gezinsschulden.
Daarenboven is ook voor wettelijke samenwoners voorzien in een regeling van dringende en voorlopige maatregelen.
Vereffening en verdeling na de beëindiging van de samenwoning.
De onverdeeldheid die in het kader van de wettelijke samenwoning is ontstaan, wordt vereffend en verdeeld volgens de regels van de mede-eigendom vervat in artikel 577-2 BW.
Indien de samenwoners zich niet kunnen vinden in een minnelijke vereffening-verdeling, zal bij toepassing van artikel 815 BW. de gerechtelijke (vereffening-)verdeling moeten gevorderd worden
Gezinswoning in onverdeeldheid - woonstvergoeding verschuldigd : Op grond van artikel 577-2, §5 BW. heeft elke onverdeelde mede-eigenaar recht op het gebruik en genot van het onverdeelde goed.
Wanneer de gezinswoning aan de wettelijk samenwonende partners in onverdeeldheid toebehoort, zal de partner die bij een breuk de woning verlaat, gerechtigd zijn op een woonstvergoeding van diens ex-partner die in de woning is blijven wonen.
Het recht op een woonstvergoeding ontstaat vanaf het ogenblik dat de partner de woning verlaten heeft.
De woonstvergoeding wordt bepaald op de huurwaarde van het onroerend goed en bedraagt de helft van deze huurwaarde.