#2 , 19 jun 2010 12:02
Brussel (3e k.) 9 oktober 2001 Div. Act. 2003, afl. 4, 49, noot VAN GYSEL, A..
De overeenkomst houdende voorafgaande regeling van de respectieve rechten van de echtgenoten en de overeenkomst betreffende het onderhoudsgeld na echtscheiding, zijn onderworpen aan de regels van het verbintenissenrecht. De opstelling van deze overeenkomsten vormt een verplichting waaraan moet worden voldaan opdat de rechtbank de echtscheiding door onderlinge toestemming uitspreekt. Wanneer de echtscheiding wordt uitgesproken, vloeit uit de aard van deze instelling voort dat de nietigheid van één van de bedingen van de voorafgaande overeenkomst of van de overeenkomst betreffende het onderhoudsgeld, geen weerslag kan hebben op de eigenlijke echtscheiding.
Dit belet echter niet dat deze bedingen worden vernietigd wegens dwaling (art. 1110 B.W.), geweld (art. 1111-1115 B.W.) of bedrog (art. 1116 B.W.).