Een alimentatie werd middels een rechterlijke beslissing toegekend aan een echtgenote. Tijdens haar huwelijk werd zij enigszins verboden om te gaan werken door haar man; voornamelijk om deze reden werd geoordeeld dat de vrouw voldoende inkomsten diende te verkrijgen van de man, omdat zij zich onvoldoende heeft kunnen ontwikkelen op de arbeidsmarkt en zich heeft opgeofferd voor haar gezin.
Op welke gronden kan een alimentatie worden verminderd, dewelke door de rechter aan één van beide echtgenoten werd toegekend? Kan men bijvoorbeeld stellen dat deze alimentatie dient te worden verminderd omdat de vrouw de mogelijkheid heeft om te gaan werken, hetwelk zij weigert aangezien zij kan rondkomen met de werkloosheidsuitkering en de alimentatie?
Enig idee of een zuiver beroep tegen de hoogte van de alimentatie vaak een kans op slagen heeft, of quasi steeds wordt bevestigd. Er zijn geen nieuwe feiten aan te brengen; het gaat voornamelijk om de onwil van de vrouw om haar financiële positie zelf te verbeteren.