Sinds oktober 2008 zitten we verwikkeld in een moeizame scheiding. De tegenpartij vraagt heel vaak uitstel of stuurt conclusies de avond voor het voorkomen van onze zaak. Waardoor wij niet kunnen repliceren of schriftelijke bewijzen van het tegendeel kunnen meebrengen.
Op 1 oktober 2009 kwam onze zaak uiteindelijk voor de jeugdrechtbank. Aangezien ik de tegenpartij vanaf augustus liet weten dat ik ging verhuizen naar mijn geboortestreek en dat in de huidige streek van woonst (gezamenlijke woonst, waar ex-partner door rechtbank in kort geding is uitgezet) geen opvang meer was voor onze 2 kinderen (wegens zwangerschap van onthaalmoeder), vroegen we dat beide kinderen in de nieuwe streek zouden mogen starten met school en opvang.
Tegenpartij verzet zich tegen verhuis van de kinderen (ondanks dat hij er ook niet woont) en komt met opvangplan als bewijs dat er wel degelijk opvang is in huidige verblijfplaats (dit blijkt nadien, door mail bevestigd via onthaaldienst, door hemzelf opgesteld te zijn en ingevuld).
Aangezien vonnis uitbleef startten de kinderen in de nieuwe streek op school/opvang vanaf oktober. Tegenpartij heeft zich hiertegen niet verzet.
Het vonnis echter is nu uitgesproken: kinderen blijven in hoofdverblijfplaats bij mij, maar moeten wel in huidige woonplaats school lopen en opvang zoeken (die er niet is) en moeten van school gehaald worden in de nieuwe leefomgeving die ik binnen enkele weken zal betrekken.
Moet ik in kortgeding gaan om schoolkeuze van de jeugdrechtbank te veranderen? Beroep is wel reeds aangevraagd ook om co-ouderschap proberen af te wenden (geen communicatie van tegenpartij, zeer jonge leeftijd van kinderen nl 1.5 en 3.5 jaar)