#2 , 23 mei 2009 10:42
“Art.104.Binnen de grenzen en onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 107 tot 116, worden van het totale netto-inkomen de volgende bestedingen afgetrokken, in zover zij in het belastbare tijdperk werkelijk zijn betaald :1° 80 pct. van de onderhoudsuitkeringen die de belastingplichtige regelmatig heeft betaald aan personen die niet deel uitmaken van zijn gezin, wanneer ze zijn betaald ter uitvoering van een verplichting op grond van het Burgerlijk of het Gerechtelijk Wetboek...”(Wetboek Inkomstenbelastingen 10 april 1992).
“Art.205.De kinderen zijn levensonderhoud verschuldigd aan hun ouders en hun andere bloedverwanten in de opgaande lijn die BEHOEFTIG zijn...“(Burgerlijk Wetboek).
Een zelfde verplichting bestaat in het Belgisch recht niet ten aanzien van broers.
Er zijn geen speciale documenten om die behoeftigheid te bewijzen. Het ontbreken van inkomsten en vermogen en van de onmogelijkheid die te verwerven dient aangetoond.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/