“Art.387bis.In alle gevallen, en onverminderd de bevoegdheid van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, rechtsprekend in kort geding overeenkomstig artikel 1280 van het Gerechtelijk Wetboek, kan de jeugdrechtbank in het belang van het kind, op verzoek van beide ouders of van één van hen, dan wel van de procureur des Konings alle beschikkingen met betrekking tot het ouderlijk gezag opleggen of wijzigen.”(Burgerlijk Wetboek).
Zolang de jeugdrechtbank de huidige beschikkingen niet gewijzigd heeft geldt:
“Art.432.§3.Wanneer over de bewaring van het minderjarige kind mocht zijn beslist...dan worden de straffen bepaald in de §§1 en 2 toegepast op de vader of de moeder die het minderjarige kind onttrekt...aan de bewaring van hen aan wie het krachtens de beslissing is toevertrouwd,die het niet afgeeft aan degenen die het recht hebben het op te eisen of die het,zelfs met zijn toestemming,ontvoert of doet ontvoeren...“(Strafwetboek).
‘De onthouding van een ouder om zijn gezag te doen gelden teneinde de weerstand van een kind tegen de uitoefening van het bezoekrecht van de andere ouder te overwinnen kan,naar omstandigheden...het in art.369bis(nu 432) bedoelde misdrijf opleveren‘[Cass. 21 oktober 1986,R.W. 1986-87,1609-1610,noot;Cass. 28 oktober 1987, J.Dr.Jeun. 1988,7;Cass. 15 maart 1989, J.T. 1989,666;Cass. AR7009,8 februari 1994(X.), onuitg.,geciteerd door TRD&I 1994,545].
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik voor WetBOEKEN in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts.