Kinderbijslagfondsstelsel
Als de ouders niet samenwonen, maar gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen in de zin van artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek en het kind opgevoed wordt door ??n van beide ouders, wordt de kinderbijslag uitbetaald aan de moeder. De vader kan wel vragen dat de kinderbijslag aan hem wordt uitbetaald als het kind bij hem woont. Op vraag van beide
ouders kan de kinderbijslag ook gestort worden op een rekening waartoe ze beiden toegang hebben.
Als gescheiden ouders samen het ouderlijk gezag uitoefenen, maar geen overeenstemming bereiken over wie de kinderbijslag krijgt, kunnen zij vragen dat de
arbeidsrechtbank de bijslagtrekkende aanwijst in het belang van het kind.
Elke gerechtelijke beslissing over de betaling van de kinderbijslag moet nageleefd worden als ze aan de betaalinstelling betekend is door de griffie van de rechtbank of per deurwaardersexploot.
Als een kind van feitelijk of uit de echt gescheiden ouders 18 jaar is of ontvoogd, kan de co-ouderschapregeling niet langer worden toegepast en moet naar de feitelijke situatie gekeken worden om te bepalen aan wie de kinderbijslag wordt uitbetaald. Als het kind bij ??n van de ouders woont, geldt het vermoeden dat die het kind opvoedt.
Aan het kind zelf?
De kinderbijslag wordt ook aan het kind zelf betaald:
�� als het getrouwd is;
�� als het ontvoogd is;
�� als het minstens 16 jaar is en een andere hoofdverblijfplaats (woonplaats) heeft dan de moeder of de persoon die haar vervangt;
�� als het zelf bijslagtrekkende is voor ??n of meer kinderen.
VERZET TEGEN DE BETALING EN GESCHILLEN
1. Verzet tegen de betaling van de kinderbijslag
Als blijkt dat kinderen opgevoed worden in omstandigheden die op het vlak van voeding, huisvesting en hygi?ne duidelijk tekortschieten en als de kinderbijslag niet gebruikt wordt in hun belang, kan de
jeugdrechtbank, op verzoek van het Openbaar Ministerie, iemand
aanwijzen die de kinderbijslag kan ontvangen en uitsluitend besteden om in hun behoeften te voorzien en voor gezinsuitgaven die met hen in verband staan. Hiervoor is de jeugdrechter bevoegd van de verblijfplaats van de ouders, van de voogd of van de persoon aan wie het kind is toevertrouwd.
Daarnaast kunnen de vader, de moeder, de adoptant, de pleegvoogd, de voogd, de toeziende voogd, de curator of de rechthebbende in het belang van het kind verzet aantekenen tegen de betaling van de kinderbijslag aan de moeder of een andere bijslagtrekkende. De bevoegde rechter is de
vrederechter van hun woonplaats.
2. Geschillen
De
arbeidsrechtbank is bevoegd om uitspraak te doen over geschillen tussen de kinderbijslagfondsen of de RKW en personen die recht hebben op kinderbijslag of aan wie kinderbijslag moet worden uitgekeerd.
Een verzoekschrift kan worden ingediend bij:
�� de arbeidsrechtbank van de hoofdverblijfplaats van de rechthebbende, dus van de persoon die het recht op kinderbijslag verkrijgt of
�� de arbeidsrechtbank van de hoofdverblijfplaats van de bijslagtrekkende, dus van de persoon die de kinderbijslag ontvangt als de kinderbijslag wordt uitgekeerd of moet worden uitgekeerd aan een andere persoon dan de rechthebbende.