Te goeder trouw art 373

ovan
Topic Starter
Berichten: 322

Te goeder trouw art 373

#1 , 01 okt 2010 10:20

Artikel 373 BW:
Wanneer de ouders samenleven, oefenen zij het gezag over de persoon van het kind gezamenlijk uit.
Ten opzichte van derden die te goeder trouw zijn, wordt elke ouder geacht te handelen met de andere ouder wanneer hij, alleen, een handeling stelt die met gezag verband houdt behouden de bij de wet bepaalde uitzonderingen. Bij gebreke van instemming kan één van beide ouders de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig maken. De rechtbank kan één van de ouders toestemming verlenen alleen op te treden voor één of meer bepaalde handelingen.
Artikel 374 BW
Wanneer de ouders niet samenleven, blijven zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen en geldt het in artikel 373, tweede lid, bepaalde vermoeden. ....

Mijn vraag is..als een derde met zekerheid weet dat er geen overeenstemming is, kan hij zich beroepen op het element van de wet "te goeder trouw".
Stel dat één ouder éénzijdig een handeling stelt, waar geen toestemming of overeenstemming is bij de andere ouder. Die derde is daarvan op de hoogte maar voert toch uit wat de ouder wil. Kan dat?
"The world is a dangerous place to live; not because of the people who are evil, but because of the people who don't do anything about it." Albert Einstein

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
lucgescheiden
Berichten: 2810

#2 , 01 okt 2010 19:16

Ik vrees dat de bewijsvoering zowiezo ligt bij de ouder die niet instemde,
waarbij enerzijds zal moeten bewezen worden dat de handelende ouder ter slechter trouw handelde. en
anderzijds dat; deze derde, bij uitvoering absoluut op de hoogte was van het niet instemmen van de andere ouder.

praktisch:
Stel: uw dochter behoeft gebitscorrectie, u verzet zich tegen een operatieve ingreep gezien de medische risico's.
Ondanks u zelf geen orthodontie voorstelt als alternatief, zou uw ex dat wel kunnen doen en handelt alsdusdanig nog steeds in overéénkomst met uw vezet.
U, in de veronderstelling dat de orthodontist op de hoogte is van de scheiding, alsook van uw verzet, zou vervolgens de orthodontiste van kwader trouw beschuldigen...

Mocht jullie dochter echter gevolgschade ondervinden van een heelkundige ingreep waartegen u zich expliciet zou verzet hebben,
dan liggen de omstandigheden totaal anders...

Mij lijkt het dat: een rechtbank, in beider gevallen, naar omstandigheden zal oordelen, en
steeds de de vraag zal stellen; wie van beide ouders in het belang van het kind handelde.
Of nog beter: heeft één der beider ouders tegen het belang van het kind gehandeld,
alvorens derden te betrekken in de onmin tussen ex-en.
Handige documenten voor Personenrecht

Reclame

Terug naar “Echtscheiding”