Voor de scheppende occasionele kunstenaar kun je best
dit artikeleens doornemen:
De inkomsten die een gelegenheidsartiest (de “amateurs”, maar ook de occasionele kunstenaar) genereert uit artistieke creativiteit is een diverse inkomst.
Auteursrechten gekwalificeerd als diverse inkomsten
Heel wat inkomsten uit auteursrechten door onregelmatige, occasionele niet professioneel en structureel ongeorganiseerde activiteit kunnen omschreven worden als diverse inkomst.
Artikel 90,1° W.I.B. 1992: “winsten of baten, hoe ook genaamd, die zelfs occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, voortvloeien uit enige prestatie, verrichting of speculatie of uit diensten bewezen aan derden, daaronder niet begrepen normale verrichtingen van beheer van een privé-vermogen bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen”.
Kleine vergoeding-regeling
Deze regeling stelt zeer beperkte artistieke inkomsten die niet meer bedragen dan 100 euro (basisbedrag zoals te indexeren) per dag met een maximum van 2.000 euro (basisbedrag zoals te indexeren) per jaar vrij van sociale bijdragen (maar niet vrij van belastingen en ook geen rechten op pensioen).
• K.B. van 28 november 1969
• Koninklijk besluit van 3 juli 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 2003 inzake de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar,
• Koninklijk besluit van 3 juli 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en houdende uitvoering van artikel 12ter van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en tot herziening van artikel 4, § 2, tweede lid van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten met betrekking tot de zelfstandigheidsverklaring aangevraagd door bepaalde kunstenaars,
• Parlementaire vraag van 4 juli 2006, CRABV 51 COM 1032, p.1-2;
BTW
Kunstenaars die dus op zelfstandige basis van kunst hun beroep maken, zijn BTW-plichtig.
Als beroep wordt aanzien een economische activiteit op regelmatige basis.
De BTW mag aan 6% worden gerekend voor (TABEL A van het KB nr. 20):
- levering van kunstwerken door de maker of diens rechthebbenden (vb. een schilder verkoopt zijn schilderij zelf)
- uitvoerende artistieke diensten (vb. het uitvoeren van toneelwerken, balletten, muziekstukken, circus, variété, cabaretvoorstellingen, …);
- overdracht van auteurs- en naburige rechten;
- levering van literaire werken.
Meer op het
Kunstenloket