Dit lijkt me 21% al blijft het een feitenkwestie zoals LeenW al aangaf.
De fiscus heeft hierover een uiteenzetting die kan geraadpleegd worden op Fisconet (beslissing btw E.T. 110.383)
Ik citeer hieruit:
2) wanneer een opbergkast definitief is ingelijfd in de bouw. Twee voorwaarden zijn essentieel voor deze inlijving en dienen gelijktijdig te zijn vervuld:
a) de kast moet specifiek zijn ontworpen om de gehele ruimte waarin ze is geplaatst in te nemen. Dit veronderstelt dat zij op de exacte maat van deze ruimte is gemaakt zodat zij is vastgehecht aan het gebouw en aan haar zij-, boven-, onder- en achterkant is ingesloten, ingebouwd, "opgesloten" in het constructievolume dat zij dient te vullen en dat begrensd is hetzij door een muur, hetzij door een dakhelling of een onderkant van een trap. De kast dient echter geen zij- , boven-, onder- en achterkant te hebben in de mate dat het metselwerk van het constructievolume waarin zij is ingesloten deze functies vervult. Het is evenmin vereist dat de voorzijde van de kast wordt gesloten door deuren. Indien de kast een volume onder een trap opvult, kan de onroerend making uit zijn aard zelfs aanvaard worden wanneer de kast een zijkant heeft die niet vastgehecht is aan het gebouw op voorwaarde dat de kast niet te scheiden is van de trap.
Daarentegen kan een kast, al dan niet met standaardafmetingen, waaraan plinten, sierlijsten of andere gelijkaardige afwerkingen zijn bevestigd teneinde de ruimte tussen de kast en de constructie op te vullen of te verbergen niet aangemerkt worden als onroerend uit haar aard.
b) de kast behoort definitief tot het interieur, wat betekent :
· dat zij niet bestemd is om te worden verwijderd van het gebouw waarin zij is ingelijfd en aan vastgehecht, wanneer het gebouw zou worden verkocht of verhuurd;
· dat zij in elk geval niet zonder beschadiging kan worden verwijderd;
· dat zij niet herbruikbaar is na verwijdering ( onder meer omdat zij, na verwijdering, wegens haar bijzondere kenmerken en de onafgewerkte staat van haar ingebouwde delen, niet zou kunnen gebruikt worden als gewone opbergkast).
Wat betreft het advies van LeenW:
Het legaliteitsbeginsel (correct toepassen van de wetten) staat boven het principe van het behoorlijk bestuur (burger moet kunnen vertrouwen op de openbare diensten) , er kan bij een controle achteraf dus steeds op zo'n voorafgaand advies teruggekomen worden.
De fiscus engageert zich echter om altijd, zonder enige uitzondering, een vooraf bekomen ruling te respecteren indien deze bestaat. In principe zullen controlediensten zich dus nooit meer uitspreken over feitenkwesties aangezien dit niet meer hun bevoegdheid is. Uiteraard zullen sommige wel hun persoonlijke mening geven om de aanvrager verder te helpen maar dit blijft gewoon een persoonlijke mening en hieraan moet de fiscus zich niet houden bij een eventuele toekomstige controle.
Het vragen bij een bevoegd kantoor zoals Leen aanraadt kan dus zeker helpen om een beter zicht te krijgen op de situatie maar bindt de fiscus niet. (al zullen veel controleurs zich wel laten beïnvloeden door het advies van hun collega)
Als je dus echt zekerheid wilt hebben moet je een ruling aanvragen met schetsen en uitleg over de geplande situatie.