#5 , 05 jul 2018 17:03
Aan Scorpioen,
Ik dank u voor uw bericht.
Uw mening stemt waarschijnljk overeen met de 'technische' interpretatie van de fiscale administratie.
Maar… de wet (art 132) zegt : Als ten laste van de belastingplichtigen worden aangemerkt, mits zij deel uitmaken van hun gezin op 1 januari van het aanslagjaar.
Er is dus geen sprake van "domicile"... het staat alleen "deel uitmaken van uw gezin"
Trouwens, Artikel 132bis zegt : De toeslagen bedoeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 6°, worden verdeeld over twee belastingplichtigen die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin maar samen het ouderlijk gezag uitoefenen over één of meer kinderen ten laste die recht geven op de bovenvermelde toeslagen en waarvan de huisvesting gelijkmatig is verdeeld over de beide belastingplichtigen.
Hier opnieuw is er geen enkele woord over het begrip van 'domiciliering'... Integendeel, de "spirit" van art 132bis lijkt mij vrij evident te zijn : de kinderen hebben in werkelijkheid 2 plaasten waar ze effectief wonen (50/50), twee halve gezinnen, en elk ouder heeft dus elk 50% van de kosten (opvoeding, scolariteit, etc...)… het is dus perfect logisch dat de belastingvrije som 50/50 verdeeld wordt.
En indien er een derde kind komt, is het een derde kind, punt uit ! Alle belgen zijn toch gelijk voor de wet, neen ? Er is GEEN ENKELE rationele reden waarom een 3de kind bij de ene als 3de kind zou beschouwd en bij de andere niet, alleen maar omdat er reeds 2 andere bij de ene en niet bij de andere gedomicilieerd zijn… Dit is absuurd (en in Belgie bestaat het begrip van dubbele domiciliëring spijtig genoeg niet…) ! Waar de 2 eersten gedomicilieerd zijn is compleet irrelevant voor de derde kind die sowieso een derde kind is, en niets met de 2 anderen te maken hebben !
Met vriendelijke groeten