“Art.8.§ 1. Eenieder die, anders dan in de uitoefening van een economische activiteit, een gebouw heeft opgericht, heeft laten oprichten of heeft verkregen met voldoening van de belasting en het vóór, tijdens of na de oprichting, doch uiterlijk op 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming van dat gebouw, onder bezwarende titel geheel of ten dele vervreemdt, heeft ten aanzien van die vervreemding de hoedanigheid van belastingplichtige, wanneer hij op de door de Koning* te bepalen wijze kennis heeft gegeven van zijn bedoeling de vervreemding te doen met betaling van de belasting...”(Wetboek BTW 3 juli 1969).
*“Art. 1. Eenieder die een handeling verricht bedoeld in artikel 8 of in artikel 44, § 3, 1°, a, tweede streepje of b, tweede streepje, van het Wetboek, onder de daarin gestelde omstandigheden, heeft ten aanzien van die handeling de hoedanigheid van belastingplichtige, op voorwaarde dat hij :...2° de medecontractant op de hoogte brengt van zijn bedoeling de vervreemding te doen met betaling van de belasting, door middel van een vermelding in de EERSTE akte die tussen hen titel vormt van de vervreemding...”(K.B. nr.14,3 juni 1970).
‘Bijna een maand geleden tekende ik een compromis mbt aankoop garagebox’ is de EERSTE akte en zij ‘rept met geen woord over verkoop onder BTW stelsel‘.Die verkoper heeft dus ‘ten aanzien van die handeling NIET de hoedanigheid van (BTW-) belastingplichtige‘.
‘De raadgevingsplicht houdt de verplichting in de partijen voor te lichten inzake de juridische aard,de juiste draagwijdte en betekenis van de verrichtingen,alsook inzake de rechten en verplichtingen die er voor de partijen uit voortvloeien.‘(C.DE BUSSCHERE,Enkele aspecten van het beroep van notaris in het begin van de eenentwintigste eeuw,R.W.2007-2008,471).
Ga volledigheidshalve naar
http://www.fisconet.fgov.be/